Hoewel de gehoefslaagden niet anders gedaan hadden dan zij volgens de
voorschreven ordonnantiën van den Hove als van Dijckgrave en Waarschappen,
mitsgaders het immer oude gebruik" mochten doen, waren er toch enige ingezetenen
van Winkel, die deze rietbossen in pacht hadden, zo leuk om een deel van het
geschoren riet in de fik te steken.
Zodoende kwam de schout met zijn broer en de secretaris en bode van Winkel, met
assistentie van over de dertig personen in hun
"schuitjes ofte praampjes" aanvaren door de
Kromme Gouw. De brandstichters moesten het
overgebleven riet in de bootjes laden en naar
Winkel brengen.
Er bleef voor de dijkwerkers nog voldoende groen
bladriet over in het "Sijgerland en Heiligegeest
Bosch" om er een "onderlegger" van te maken in
de opgedolven dijk.
De rietpachters uit Winkel vonden dat zij
gerechtigd waren om te protesteren tegen het
rietscheren in hun "bossen". Immers er bestond
toch een al vrij oude keur waarin duidelijk staat
"dat er geen riet, ook niet voor dijksbehoud zoude
mogen geschoren worden ofte gemerkt worden uit
de rietbossen binnen de banne van Winkel".
Tegen de zeedijk lagen verschillende rietbossen waar de grafelijkheid voor 1/5
eigenaar van was en de gemeente Winkel voor 4/5. Beide overheden moesten daar "op
stellen zodanigen keuren en ordonnanties als zij tot nut en oorbaar van dezelve
rietbossen goed mochten vinden". Zodoende hadden zij al vele jaren een keur voor dit
gebied waarin stond "dat niemand buiten de molendijk van het Addingeland riet zoude
mogen scheren voor Sinte Pieter"4. Dat mocht ook niet in de Heyligengheest en de
Gemeente Bossen. Zoden delven mocht ook niet, alleen als de molendijk bij het
Addingeland gerepareerd moest worden, dan mocht het wel.
Uiteindelijk deed het Hof uitspraak in dit geschil. De dijkwerkers die gedacht hadden
dat ze het benodigde riet voor de dijkmatting zo achter de dijk voor noppes uit de
rietlanden konden halen, kwamen van een koude kermis thuis. Het riet mocht "ter
naaster lage geschorenworden maar er moest de gangbare prijs voor betaald worden.
Aldus geschiedde. Het opengelegde dijkvak lag in het stuk dijk waar het dorp Oude
Niedorp onderhoudplichtig was. In het verleden brachten de Oudeniedorpers het
benodigde riet zelf met wagens of schuiten mee uit hun eigen omgeving.
Het riet werd "geschoren van Oude Niedorp ofte vandaar omtrent zonder 't zelve uit de
rietbossen binnen de banne van Winkel gelegen, de grafelijkheid en de gemeente van
Winkel toekomende, geschoren te hebben".
Dus zonder "Grafelijkheid of Winkels bossen te moeijen". En "dat de gehoefslaagden
altijd al het riet 't welk zij van node mochten hebben tot het maken van de mattingen
-5-
Wier heeft altijd een belangrijke rol gespeeld
Bij het onderhoud van de zeedijken.