De keur die in de Niedorperkogge rechtsgeldigheid bezat vermeldde o.m.: dat men geen riet snijden noch uit den lande dragen zoude voor of na zonsopkomst en ondergaan"Er stond verbeurdverklaring van het riet op en een boete van drie ponden vlaams. Degene die riet wilde snijden moest dat te kennen geven aan de eigenaar en aan de dijkgraaf. Binnen drie dagen moesten de centen op tafel anders volgde boete waarvan de dijkgraaf tweederde opstreek en het restant voor de eigenaar was. Maar er mochten uiteraard geen riet en zoden gestolen worden uit de rietbossen pal tegen de binnenglooiing van de zeedijk.1 Dit was in het Braakpoldergebied ten zuidoosten, van Kolhorn wel gebeurd. De heren overtreders hadden thuis schijnbaar riet nodig. Jong groen riet werd wel aan het vee gevoerd of als strooisel in de stal gebruikt. Ze waren in het donker aan de rietoogst begonnen en werden daarbij gestoord, zodat een aanvaring met de overheid niet kon uitblijven. Het Kolhorner Wad Ten oosten en westen van Kolhorn lagen enorme rietvelden. De oostelijke rietvelden lagen verspreid in de Braak(polder), maar de hoek, begrensd door Kromme Gouw en Hoogsloot, het lage Segerijdgebied, leverde voortreffelijk riet. Op de prachtige in kleur afgezette kaart van Geleyn P. Clooster zijn deze rietbossen duidelijk weergegeven. Westelijk van Kolhorn lag het "Kolhorner Wad". Op de 17e eeuwse kaart van de Wieringerwaard is dit rietveld duidelijk weergegeven. -2- HarimdoPhragmices. Dekriet. In de keuren en ordonnanties voor de (Niedorper) Koggezeedijk, gedateerd 1663, kwam ik de naam van een stuk rietland tegen welke ik niet helemaal thuis kan brengen. Het perceel rietland heet "1 Nieudorper Bosch", leggende voor bij Colhorn. Waarschijnlijk staat 't Nieudorper Bosch op bijgevoegd kaartfragment afgebeeld. Het is het gespikkelde stuk wadiand recht tegenover de Oosterdijk van de Wieringerwaard. Een klein stukje in het middengedeelte van 't Nieudorper Bosch is reeds omkaad en tot grasland omgetoverd. Het stukje zeedijk tussen het Westeinde van Kolhorn en de Kreil werd in de 17e eeuw onderhouden door Nieuwe Niedorp. Misschien is dit stuk wel de in oude stukken genoemde "Niedorper Kerkendijck".

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2002 | | pagina 4