schijnlijk als stal gebruikt en niet als wagenhuis. Het z.g. wagenhuis bevond zich
tegen de zijgevel van het westelijke buurhuis (de weduwe en erven H. Snekes).
Na Dirk en Jan Mol komt Teunis Bakker en vervolgens Jacob Willemsz. Bakker, die
de panden bijna vier jaar in zijn bezit houdt; van 15 mei 1782 tot 14 februari 1786.
In 1783 koopt hij de naastgelegen woning die vroeger van Cornelis Jansz. Eessen
was met de bedoeling haar af te breken.
Cornelis Jansz. Eessen, de grondlegger van de bekende zagerij, houthandel en brand
waarborgmaatschappij werd in 1763 in Schagen geboren en niet in 1761. (Zowel in
1753 als in 1761 werden voorgangers met dezelfde naam geboren, maar die stierven
op jonge leeftijd.) Op 17 mei 1803 koopt Cornelis de houtzagersmolen 'De Kievit',
gelegen aan de Alkmaarse Vaart op het einde van het Zeglis voor 650,—
Bakker Adam van de Wolff verkoopt in 't jaar 1800 zijn twee panden aan Johannes
Bolten o.a. op voorwaarde dat hij voorlopig mag blijven wonen in het aan de straat
getimmerde zomervertrek en het oostelijke huis of stal. In plaats van 'en' was door
mij abusievelijk 'in' gelezen.
Bakker Cornelis Nierop uit Wognum, de opvolger van Frederik Pluis, blijkt niet de
laatste in de twee en een halve eeuw bakkerij geschiedenis op deze plaats. Er volgen
er meer.
Ook in de bewoningslijsten kan iets veranderd worden. Zo blijkt nu het derde huis
westelijk vanaf het oude raadhuis omstreeks 1783 gesloopt. Pieter Koemeester,
Jacob v.d. Stok en Jacob v.d. Stok jun. met huisnr. 24 schuiven nu onder Jan Reijers,
het tweede huis. Men zou dat nog met een pijltje in de lijsten op blz. 17 kunnen
aangeven.
-21-
Jan Keuken Annet Klomp-Keuken
Gezicht op de molens aan het Zeglis en de stad Alkmaar ca. 1700