Van Panhuis tot Torenhuis Een terugblik op een buitengewoon perceel in De Kampen Deel 2 Het testament In 1668 verwerft Mr. Gosewinus Egxken nog een stukje land in de Moerbekerpolder, dat zowel aan de noord- als aan de oostkant aan zijn landerijen grenst. 'Zo'n passende uitbreiding van je bezit blijft altijd aantrekkelijk', zal hij gedacht hebben. De namen van de schepenen Claes CruijffJan Koeman en niet te vergeten onze wel bekende officier Herman Hertman van der Woude sieren de desbetreffende akte. Kennelijk begint langzamerhand de leeftijd van Gosewinus te spreken, want hij laat in 1676 hetzelfde jaar als waarin een zekere Michiel Adraensz. De Ruijter in de Middellandse Zee sneuvelt) zijn testament opmaken. De broer van Herman Hertman van der Woude, Adriaen, treedt hierbij op als de Niedorper notaris. Het testament vangt aan 'in den Naeme des Heeren Amen' waarbij er verder 'kond wordt gedaan en kennis wordt gegeven hoe dat in den jaeren nae de geboorte onser heylants ende salichmaekers Jesü Christij 1676 op den 13en dage in Junij des naer- middachs de clocke omtrent seven uijren d'heer Gosewinus Egxken tegenwoordig alhier op zijn hoffstede residerende enz. enz. zijne siele beveelende in den naeme Jesü Christij in den handen ende goedertierentheden Godis enz. enz. sijne eenichste wettige dochter en kint Hillegont Exken' tot universeel erfgenaam verklaart van al zijn goederen, geen uitgezonderd! Zijn huishoudster Maritgen Claes zal verder verblijd worden met een obligatie van tweeduizend gulden (ten laste van de Gecommitteerde Raden van Westfriesland en het Noorderkwartier) plus duizend gulden aan contant geld. Ook zijn dienstknecht Theunis Willemsz. wordt niet vergeten. Deze krijgt een obligatie van tweeduizend gulden (ten laste van de Enkhuizer kamer van de Oostindische Compagnie), benevens honderd zil veren dukaten. En zijn dienstmaagd Pietergen Pieters kan rekenen op honderd gulden. Het vaste personeel, kennelijk bestaande uit de drie bovengenoemde personen, mag over deze legaten beschikken op de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze tot zijn dood in I dienst blijven en vervolgens ook nog eens 'behoorlijke rouw betrachten'. Dat spreekt. Zijn dochters zoon, naar hem genaamd Gosewinus Egxken, zal de beschikking krijgen over zijn bibliotheek met alle gebonden en ongebonden boeken en verder over zijn geweer met alles wat daarbij hoort. Geheel passend bij zijn tijd ondertekent hij als geleerde notabel op z'n Latijns: Gosüinüs Egxcen. De twee getuigen blijken zijn huurlieden Pieter Lammert Huysman (wellicht zijn pachter) en Symon Pietersz. De boeren op landgoederen worden in de akten vaak huisman genoemd en de boerderij een huismanswoning. (De naam zijn we overigens ook al eens in het zogenaamde Huijsmansdijkje tegengekomen). Hillegonda Egxken blijkt getrouwd met Balthazar de Leeuw. Iemand van 'zeer gegoede' familie. Dat zal ons niet verbazen. Stand trouwt met stand en geld met geld. Zo hoort dat in die tijd. -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2002 | | pagina 8