Uit haar brieven blijkt dat er veel zaken waren waar ik zelf en mijn klasgenoten geen
weet van hadden. Zo schrijft ze op 27 mei 2001:
Met die ontvangst van die kaarten, brief enz. het mij trane gestroom. Dat jij mij al die
jare nog onthou en al die moeite gedoen het!.
Dankie nogmaals.
Die grote brief van U was opengescheurd en weer dichtgeplaktMet een groen etiket
van de douane. Hier weet nu iedereen van de geschiedenis van 't jongentje van 7 jaar
die zoo lief was voor z'n juffrouw.
Die foto van die skoolreisje is baie mooi. En toe ek na al die gesiggies kijk het ek gesè,
wat een stel lekkere hollandse kinders. Die Afrikaanse kinders lijk anders, maar mens
kan dit nie beskrijf nie. Baie dankie vir die twee foto's. Ik sal die foto's bo mij bed hang
saam met mij kinders. Op die grote kan ek twee uit ken. Die één is Simon Davids. Hij
het mij un ansigt gestuur van die "Nieuwe Skool", nou al enige jaren oud. Dit is
sekerlijk deur sij pa geskrijf. Waar hij die adres gekrij het weet ik niet as Ariën Pijper
toe dis die eenige kaart wat ek gekrij het. Ek vraag mij af hoeveel van al die hinder mij
nog sal onthou maar dat jij Ariën al die moeite gedoen het mij adres te krij is
wonderlijk.
Hartelijke groeten van Anne Marie Lutjeharms-Bloemendaal en alles van die beste!
In een brief van 28 mei 2001 beschrijft Anne Marie Bloemendaal hoe zij in 1930 naar
Nieuwe Niedorp kwam:
Ik had al mijn examens achter de rug en zou voor een poosje thuis blijven. Toen kwam
er een telefoontje van iemand die me wou spreken! Dat was de burgemeester van
Nieuwe Niedorp. (A. Visser. A.P.) Hij had mijn adres gekregen van de inspecteur van
onderwijs. Deze kwam zelf ook om me te overreden naar Nieuwe Niedorp te gaan
omdat er een onderwijzeres ziek geworden was. (Juffrouw van Dijk, A.P.). De dokter
kon niet zeggen hoelang dat zou duren, waarschijnlijk twee weken!
Ik moest 's morgens om 7 uur met de bus en kwam om ongeveer half negen in Nieuwe
Niedorp aan. Het schoolhoofd stond mij op te wachten en bracht me naar de school,
een oud, verwaarloosd gebouw, niet aan de weg gelegen. Ik zou het nooit hebben
kunnen vinden. Ik schrok van de treurige toestand! Ikzelf had 'n ruimte voor Sub A en
Sub B in de helft van een schuur die langs die school was. Er stonden allerlei
landbouwwerktuigen, grasmaaiers enz. in deze schuur. Maar er waren ook
schoolbanken. Er was een plank voor de boeken en een zwart bord om op te schrijven.
Nou, dacht ik, twee weken is het wel uit te houden maar niet langer! Het was
ongelooflijk, maar toen kwam het bericht dat de zieke onderwijzeres T.B. had en naar
het sanatorium moest. In die tijd was er geen andere genezing. Met het gevolg dat de
hele school naar Hoorn moest om getest te worden op T.B. Toen kwam uit dat 't
schoolhoofd reeds besmet was, een paar leerlingen uit de hoogste klas en 't dochtertje
van het hoofd. Die zijn genezen met medicijnen.
Maar toen moest het gebouw ook helemaal ontsmet worden en kwam er een
bouwinspecteur die 't hele gebouw heeft afgekeurd, 't Moest afgebroken worden en de
resten verbrand. En wat moesten we met de kinderen? Het was een toestand. De
burgemeester heeft mij gesmeekt om te blijven totdat alles weer normaal was, maar
-2-