-31-
Het werd uitgegeven door Johannes van
Keulen, boek- en zeekaart verkoper aan de
nieuwe brug in "de Gekroonde Lootsman."
Of deze eeuwig durende Almanach nu ook
van Pieter Rembrantsz of van Dirk afkom
stig is, is mij niet duidelijk, maar het zou
heel goed mogelijk kunnen zijn.
Op het tweede blad van het Graadboek is
het privilege van de Staten van Holland en
West Friesland afgedrukt.
Vervolgens slaan we weer een blad om en
lezen we:
Tot den leser en gebruyker deses boek.
By de lang en dwars koersen is nu by gevoegt de Straetse Scheepvaert en dat zowel na
een rechtwijsent als een miswijsent kompas.
dat God verkeer en wil en ik magh blijven U dienstwillige.
In Nieuwe Nier op, September 1699, Pieter Rembrantsz.
Dirck Rembrantsz als dichter
Aan het begin van het boekje is ook nog een omvangrijk gedicht van Dirck
Rembrantsz opgenomen, dat ik hier in zijn geheel laat volgen.
Op de Scheepvaart
De mens in den begin - Gods werk - uit aard gekneden
Was meest gezind om die met voeten te betreden
Het water los en week, en was hy niet van sin
Om die met Schuyt of Boot te varen uyt en in.
Ja doen hy al begon en hy van de compassen
Niet en wist of kennis had, de koers deed hem verrassen
Waerdoor dat hy van 't land heel zelden begaf.
Maar jield dit vast in 't oog, met varen aan en af.
Dit duurde al heel lang, ja menigte van jaren
Wel tot ses duizend toe eer men begon te varen
Met een compas van welk te vooren onbekend.
Waer door dat men als doen voer aan het Aertrycks ent.
Voor eerst aan de Kaap, het suyd-ent van Afiyken.
Waer door dat men begon na India te kijken.
En oock al na 't West, het Nieu-Aertryk ontdeckt.
En noch al veerder me te zee, die rontom streckt.
Waer door men West opvaart en komt van 't Oosten weder.
Wie had dit ooit gelooft van schipper ofte Reeder.
Men vaart eerst Zuydwaert op, bezuyden d'Aertrycks wal
Dan Oost of West waert heen, hoe sou men durven al.