in de Oostermoerbeek, gelegen 'een weijnig beoosten de wech in 't velt' met diverse
landerijen die daar omheen liggen. Hier wordt in elk geval 'Veldhuizen' mee bedoeld,
een naam die nog niet zo lang geleden op allerlei kaarten stond aangegeven. Rechts
van de Moerbeker weg ligt aan het eind van een toegangspad, op zo'n 150 meter, nog
altijd een vrij grote boerderij in het land. Een boerderij die zijn oude naam met ere mag
dragen. (Zowel de uitdrukking 'de wech in 't velt' als Veldhuizen zeggen trouwens iets
over de oorspronkelijke betekenis van de plaatsnaam 't Veld. We moeten hier helemaal
niet denken aan een wildernis of nauwelijks in cultuur gebrachte gronden, zoals wel
eens verondersteld wordt, maar simpelweg aan een woonplek 'tussen de landerijen').
Een lustslot?
In 1658 weet Mr. Goswinus Egxken een altijd durende servituijt ofte vrije overwech
van reede ende gangh te verkrijgen. In onze huidige taal gewoon het recht van over
pad. En wel vanaf de Beijtse brug over de Noordersloot naar zijn nieuwe huis erf en
boomgaard tegen zevenendertig stuivers en acht penningen voor 'ijder roede velts'.
Een roede was ongeveer 3,75 meter. Daar waren allerlei landeigenaars bij betrokken.
Onder hen Albert Pietersz. Twisscher die we met een iets anders luidende naam al zijn
tegengekomen en die we hier eigenlijk ook logischerwijze verwachten.
Het nieuwe huis van Goswinus loog er waarschijnlijk niet om zoals in de volgende
aflevering zal blijken! Maar of we nu direct aan een soort lustslot moeten denken?
We zullen zien.
Jan Keuken en Annet Klomp-Keuken
-28-
Dit is de locatie van het vroegere panhuis aan de Valbrugweg: Een modern huis en daarachter een oude
boerderij.