gezegde ontlokte: "Het is er weer bar ofgaan vannacht", toen hij de biljartballen de
ochtend na de kermis uit zijn mesthoop viste.
Onder Dierenartsen staat D. Rempt met Tel. 5, die ook al een auto reed, wat een pure
noodzaak voor hem was. Hij had een omvangrijke praktijk en is later opgevolgd door
zijn schoonzoon Gijs van der Kolk.
Onder Drogisten staat de Fa. J. Kruijff op Dorpsstraat 16. Later kwam Jan Hart in die
zaak als drogist en was er zelfs een tijdje een filiaal van Albert Heijn bij in. De
uitbrengwijk werd verzorgd door Rikus Chatteljon, bijgenaamd "Boffie", op een
bakfiets.
Onder Fotografen vinden we aan het eind van de Dorpsstraat, op Hoefje 7, Arpad
Moldovan. Van de foto's die hij maakte droop het vakmanschap af. Hij was een
kunstenaar in zijn vak. Hij was ook zeer precies. Hij kwam eens bij me met iets waar
een krasje op zat en vroeg mij het met cleaner te verwijderen. "Het schrijnt het oog",
zei hij.
Geneesheren. Ondanks dit meervoud was er maar één. Dat was C.R.N. de Boer met
Tel. 12. Hij deed zijn tamelijk uitgebreide praktijk door weer en wind af op het fietsje.
Onder Fruithandel staat S. v.d. Stok aangegeven op Dorpsstraat 54. Hij handelde ook
in zaad.
Bij de Granen (Handel) annex Malerij staat wederom de Toekomst en tevens de
graanhandel en malerij J.L. van Herwerden aan de Hoogzijde C50, met Tel. 2; één van
de eersten dus.
Onder Groenten (Handel) staat slechts G. Keuken aan de Dorpsstraat 109. In die jaren
teelden de meeste mensen zoveel mogelijk hun eigen piepers en groenten. Hij ventte
per handkar.
Onder Hotels staan Jacob Gelder met Tel. 3, en H.J. Kossen met Tel. 15. De kamers in
beide hotels waren zeer eenvoudig en zonder stromend water. Om je te wassen was er
een waskom met lampetkan en een handdoek. In de Prins Maurits was ook een
bovenzaaltje waar soms vergaderd werd of een lezing gehouden.
Huishoudelijke artikelen werden verkocht door K.P.H. Coops, Hoogzijde 61. Tel. 11
en J.B. de Jong, Hoogzijde 83, wiens potten- en pannenwinkel wel "potte de Jong"
werd genoemd.
Kappers en Barbiers waren T. de Jong, Hoogzijde 91. Tel. 19, Jb. Kind, Terdiek
B22, Joh. v.d. Molen, Moerbeek 17, die dus ook een café had, en R. Rougoor op D54.
Kleermakers waren Joh. Scheltema, Laagzijde 36(?) en J. v.d. Steen op D 95, (later
Scheltens?).
Kruideniers. Het waren er, met de buitenwijken mee, maar liefst 13. P. Bakker,
Dorpsstraat 92, Jb. Blokker, Hoogzijde 64, die ook bij overlijdens met het toen
gebruikelijke aanzeggen belast was. Het verhaal gaat dat hij bij het aanzeggen van een
overledene gelijk de boodschappen noteerde. (Vaak kwamen de kruideniers eerst te
"bevragen" en leverden ze het bestelde later af.) Ook waren er Sj. de Boer, Dorpsstraat
124, S.G. Booij, Terdiek 5 (café "De Dorstige Landman"), P.A. Botman,
Ooievaarsweg, tevens café, P. Groot, 't Veld 48, C. v.d. Haagen, Hoogzijde C66, Wed.
M. Klerk-Wit, Hoogzijde 30, Jb. Nap, C14 (of Cl 14?), A. Prins, Dorpsstraat 12, P. v.
Twuiver, Moerbeek 3 en J. Wit, Dorpsstraat 87.
-18-