-27-
Toen wij in maart 1917 een deel van genoemde boerenplaats kochten was het nog
hartje winter. Het had voor 15 januari nauwelijks gevroren maar daarna viel de winter
in en wel zo erg dat er 1, 2 en 4 februari kermis werd gehouden op de Rijd.
De vorst hield lang aan en het werd een winter met een staart.
In april lag er nog ijs in de Rijd en het gras was gewoon doodgevroren. Wij hadden
gelukkig ruim hooi en voerbieten. 17 Mei gingen de koeien naar buiten en er was nog
weinig te eten. Dat jaar werd er weinig hooi geteeld, maar de bouwerij maakte het
(tenminste voor ons) weer in evenwicht. De bouwvoor was geheel doorgevroren en het
land was prachtig te bewerken. Wij verbouwden geen granen, behalve wat haver. Toch
gingen wij ook wat tarwe verbouwen, omdat goede tarwe haast niet te koop was.
Het oorlogsbrood werd al slechter en was haast niet te eten.
Toen wij voor het eerst tarwe hadden hebben we dat gedorst met de knuppel,
geschoond en 's avonds aten wij er brood van.. Wij maalden het in een oude koffie
molen en werkelijk, wij hadden nog nooit zulk lekker brood gegeten.
Door het malen met zo'n klein molentje wordt het meel niet warm en verliest het niets
van z'n smaak. Ook tussen 40-45 hebben we dat ondervonden. Zo werden we
noodgedwongen tarwebouwers. Verder hadden wij vroege aardappelen, uien, kool
(rode, gele en witte), suikerbietenzaad, voerbieten en wat bonen, erwten en mosterd
zaad. Gingen eerst de vroege aardappelen naar Medemblik, later werd Noord-
Scharwoude onze veiling voor dat product. De kool hebben wij enige jaren geveild in
Broek op Langedijk. Daarvoor hadden wij een motorboot aangeschaft samen met de
gebroeders Langedijk (zwagers van Dirk) en de kolonisten.
1916-1917 Kermis op de Rijd