Burenruzies in de Gouden Eeuw
De plattelandsstad Nierop en de problemen met Hoorn en Alkmaar
Over stadsrechten en markten
Men denkt wel eens, dat een West-Fries dorp met oude stadsrechten echt iets uitzon
derlijks was. Nou dat was het bepaald niet. Vrijwel alle dorpen zijn hier vroeger tot
'stede' gebombardeerd, al werden ze daarbij nogal eens samengevoegd zoals Nieuwe
en Oude Niedorp. Naar het voorbeeld van Schellinkhout kregen de Niedorpen hun
stadsrecht in 1415 maar raakten dat elf jaar later helaas kwijt door een verkeerde
politieke keuze. Zoiets kan gebeuren. Maar omstreeks 1450 hadden ze hun rechten al
weer terug. Rechten die trouwens niets te maken hadden met een eventuele ommuring.
De befaamde Karei de Vijfde (1500-1555), waaraan vorig jaar een paar toepasselijke
tentoonstellingen zijn gewijd, was een persoon van gewicht: Keizer van Duitsland,
koning van Spanje en heer der Nederlanden. Dat zegt wel iets. Hij was bijvoorbeeld de
man die Luther in de ban deed en op een ander ogenblik vaststelde dat er alleen
officieel erkende markten mochten bestaan..
De Niedorpers wilden hun rechten heel graag bevestigd zien en vroegen zijn opvolger,
de beruchte Philips II (de koning van Hispanje uit het Wilhelmus of ze een week
markt en twee jaarmarkten mochten houden. Die zouden hun vroeger door Philips de
Goede gegund zijn. Ze jokten wel een beetje, want die markten zouden eigenlijk in
Winkel gehouden moeten worden! Wellicht omdat men meer zag in een markt aan zee
dan in een plaats wat meer landinwaarts. Hoe dan ook, ondanks de stevige protesten
van Hoorn werd dat toegestaan. Ook Alkmaar was niet bepaald blij. De 'echte' steden
moesten nu eenmaal veel kosten maken voor hun vestingwerken en openbare
gebouwen. Ze concurreerden ook hevig met elkaar om de klandizie van het platteland.
Zo probeerde Hoorn een behoorlijke sluis bij Rustenburg te leggen o.a. omdat wij dat
zogenaamd zo graag wilden. Een sluis die voortdurend met alle middelen door
Alkmaar werd tegengehouden. Tot het door de schutterij in brand laten steken van al
het bouwmateriaal aan toe.
De sluis bij Aartswoud in de Langereis werd gedeeltelijk door de Alkmaarders
bekostigd om de Wieringers en Tesselaars gelegenheid te geven naar hun stad te varen.
De Jan Cramers brug over de Langereis, aan het eind van de Limmerschouw was van
belang voor Hoorn. Dat was voor Winkel en Niedorp zo zonneklaar, dat het zelfs tot
een proces kwam om Hoorn een broodnodige reparatie te laten betalen (1561).
De Langereis blijkt overigens toch, samen met de dijk van de Berkmeer een soort grens
geweest te zijn tussen de marktgebieden van Hoorn en van Alkmaar. Het hing er vanaf
waar men het gemakkelijkst kon komen.
Het ligt voor de hand dat de steden een grote hekel hadden aan alles wat de kleine
dorpsmarkten kon bevorderen. Dat gold vooral voor 'wagen'. Wie een waag had kon
daar omheen binnen de kortste tijd handelaars verwachten. Niedorp had niet alleen een
gewone waag, maar ook omstreeks 1550 een boterwaag. Ook weer tot grote ergernis
van Hoorn. Bij een waag diende je waaggeld te betalen en als dat minder was dan wat
in de stad gevraagd werd kon die stad zich al gauw dubbel gepakt voelen: verlies aan
waaggeld en verlies aan handel.