Deze hadden zich den tijd, hun gegeven, ten nutte gemaakt, en was dat werk-eiland, ongeveer 300 ellen in zee gelegen, ten twee ure van den middag van dien dag door hen verlaten, die nu aan hunne onmiddelijke meesters (de putbazen) verklaarden den arbeid te willen hervatten. De officier van justitie van Alkmaar deed, in tegenwoordigheid van alle daar aanwezigen, drie dergenen, die zich, als hoofden van den opstand hadden doen kennen, gevangen nemen en naar Alkmaar transporteren, ondre geleiden van een detachement dragonders, ten einde tegen hen eene criminele vervolging in te stellen. Op dat oogenblik verscheen op het terrein de Luitenant-Generaal Provinciale Kommandant Schuurman, ten einde kennis te nemen van het aldaar voorgevallene en de werking der militaire magt te ondersteunen. Z. Exc. vertrok weldra naar Alkmaar onder de hartelijkste betuiging zijner bijzondere tevredenheid over de wijze waarop geageerd was. De militaire magt verblijft nog eenige dagen in deze streken, om den arbeid te bewaken en zich te overtuigen, dat de orde ook in het vervolg niet zal worden gestoord. De beide officieren van justitie zijn, na den afloop dezer echt militaire beweging, en na de geheele herstelling van orde en rust, naar de hoofdplaatsen hunner arrondissementen teruggekeerd. Zoo is, tot geluk van de ingezetenen en tot bevordering van dezen gewigtigen arbeid, de opstand geëindigd door de krachtdadige maatregelen der justitie, gesterkt door de activiteit der militaire magt; welwillendheid en eenstemmige werking hebben deze onderneming zoo gelukkig doen eindigen. De oorzaak van den opstand was gelegen in het eischen van hooger loon door sommigen der werklieden dan hun was toegestaan geworden door de aannemers. Deze konde hun geene verhooging van 25 cent op het bedongene loon van 175 centen toestaan, voornamelijk uithoofde der lage aannemings-penningen. Dit loon wordt echter algemeen als een hoog loon geacht. De werklieden hadden dien ten gevolge het werk gestaakt; sommigen uit boos opzet, andere uit vrees voor deze hunne kameraden. Zoodat eene verzameling van 1200 mannen werkeloos zich ophield in de twee hoofdplaatsen van het werk-terrein. Op gisteren is de te Kolhorn gestationeerde krijgsmagt gedeeltelijk verder teruggetrokken, en alsnu daar verbleven een detachement zware dragonders van 15 paarden en 40 man infanterie van het tweede regiment, terwijl eene der kannonneerbooten blijft post houden voor het werk-eiland. In de krant van 18 november 1844 staat vervolgens het bericht dat de indijking van de Waard- en Groetgronden gelukkig is volbragt. Verder wordt daaraan nog toegevoegd: de landen zijn met een zeer voldoenden dijk van de zee afgesloten en reeds voor een gedeelte begreppeld; de molens zijn in aanbouw, en weldra, verneemt men, zullen ook de overige werken worden aanbesteed, om in het volgende jaar voltooid te worden. Men was zo tevreden over het resultaat van deze indijking dat er voldoende geld op tafel kwam om kort daarna ook de Anna Paulownapolder aan te leggen. -20-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2000 | | pagina 22