-19- Onlusten bij Kolhorn In de Alkmaarsche Courant van 10 februari 1843 staat de mededeling dat Zijne Majesteit concessie heeft verleend tot indijking van ongeveer 1450 bunders aanwas, gelegen bij het dorp Winkel en belendende de Wieringerwaard. Niet lang daarna is men met de werkzaamheden begonnen. Dat dit werk niet zonder strubbelingen is verlopen vinden we terug in een bericht dat een jaar later in dezelfde krant verscheen. Het volgt hier onverkort en in de bewoordingen van die tijd: Alkmaar, den 15 den Mei 1844. Hoewel de nieuwsbladen bereids de onlusten hebben vermeld, welke deze dagen ontstaan zijn tusschen de werklieden, ten getale van ruim 1200, werkende aan de droogmaking en indijking der groet-gronden bij Kolhorn en de aannemers van dat werk, zijn er geen omstandigheden bekend gemaakt, welke deze zaak betreffen, en achten wij het, als ooggetuigen, doelmatig, eenige der meest belangrijke bijzonderheden mede te deelen. In den morgen van den lOden dezer zagen de inwoners dezer streken, met de meeste belangstelling, op het terrein der werkzaamheden aankomen den Heer van Leeuwen, officier van justitie van Alkmaar, gevolgd van de beschikbare manschappen van het garnizoen aldaar, onder bevel van den Majoor van Daalen. Inmiddels verscheen op dit terrein van den opstand der arbeiders de Heer Parker de Pocher de Renays, officier van justitie te Hoorn, die, vergezeld van den Luitenant-Kolonel Wilhelmie, en de beschikbare militaire magt uit Hoorn, zich onmiddelijk bij het vernemen van den bestaanden opstand derwaarts had begeven. De beide officieren van justitie begaven zich ongewapend zonder eenig geleide, kloekmoedig, onder de scharen der misnoegden, en gelasten hun om het terrein te verlaten, waarop zij thans weigerde te arbeiden. Op de 1 lden werd, op last van den officier over dit arrondissement, de militaire operatie begonnen. Inmiddels was, ingevolge zijne bevelen, een detachement zware dragonders, onder bevel van den Ritmeester van Voorst, ten getale van 50 paarden, uit Haarlem, en twee kannonneerboten, onder bevel van den Luitenant de Leeuw, uit den Helder aangekomen. Het kommandement over de troepen is opgedragen geworden aan den Luitenant-Kolonel Wilhelmie. Ten acht ure was die krijgsmagt aan de Nieuwe Sluis van den Wieringerwaard aanwezig, voorafgegaan door de beide officieren van justitie. Daar was een groote schaar van werklieden vereenigd. Op den hun gegeven last, van dit terrein te varlaten en zich te scheiden, voor zoo veel zij werken wilden, van hen, die niet verkozen te werken voor het bedongen loon, verklaarde zich eene groote menigte bereid om den arbeid te hervatten. Onder het toezigt der aldaar vereenigde troepen nam de arbeid der bepoldering weder eenen aanvang, waarna de expeditie werd gedirigeerd tegen hen, die het terrein des werk-eilands nog niet hadden verlaten. Jaap van Beek.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2000 | | pagina 21