30
"Schilders". Een bekende schilderszaak was W. Langedijk, aan de Dorpsstraat 69 op
de hoek met de Zuiderbuurt. Later gedreven door zoon Jan, met assistentie van zijn
broer Piet Langedijk.
Onder "Schippers" staan Maarten Kind en C. Hopman. Beiden aan het Verlaat,
respectievelijk op 103 en 123 maar niet aan de zelfde kant, de weg met de hoge brug
lag er tussen. Het bedrijf van Maarten Kind is nu een scheepswerfje waar zijn
kleinkind(eren) nu leuke plezierjachten bouwen.
Onder "Slagers" staan er totaal maar twee. P. Klaver in Zijdewind en fa. Gebr. van
Zoonen aan de Dorpsstraat 23. Dat was een bekend slagersbedrijf waarvan ik me
herinner dat Jaap van Zoonen ook plaatselijk correspondent van de Schager Courant
was en éénmaal in de week een eigen rubriek in die courant had met de titel "In de
skeerwinkel" waar alle nieuwtjes en roddels nog eens flink uitgemeten werden.
"Tabak en Sigaren" was een rustige handel. Naast wederom de Wed. Sieuwertsen
waren het alleen J. Koopman, Verlaat 101 en de Wed. Semeins- Van der Hoek, Verlaat
102. Op het adres J. Koopman, wat later Wed. Koopman zou worden, werd een
postkantoor gevestigd, wat jaren heeft bestaan.
Vervolgens komt de rubriek "Timmerlieden", waaronder Floor Leek wordt genoemd,
wiens bedrijf, naar ik meen, met een andere eigenaar altijd nog aanwezig is.
Als laatste hebben we de rubriek "Zuivel" (Fabrieken).
Onder deze vermelding staat N.V. Zuivelfabriek "Niet Gedacht". "Niet Gedacht"
klinkt verrassend, even plotselinger, maar misschien was de fabriek ook weer
plotseling weg want ik wist er heel weinig van. Gelukkig kon mevrouw Heinis me
helpen. Zij vertelde dat het fabriekje aan de Zuiderbuurt had gestaan. Vermoedelijk
zijn o.a. D. Kriller en Piet de Geus en enkele andere boeren van het dorp de vennoten
geweest. De vader van mevr. Heinis, de heer Jacob Bood was er bedrijfsleider. Het
fabriekje werd opgeheven toen de melkfabriek "Excelsior" in Heerhugowaard in
bedrijf werd genomen.
Het is nu onvoorstelbaar dat in zo'n kleine gemeenschap zoveel activiteiten waren,
waarbij heel wat met hand- en spandiensten afgeploeterd en gesjouwd werd. U zal zich
afvragen hoe kwamen al deze nijvere werkers in die crisisjaren aan de kost, verdienden
ze hun brood aan elkaar? Want werken bij de Hoogovens of ander werkforensisme
was er maar weinig. Het antwoord is eenvoudig, de toen nog talrijke veeboeren, vooral
in Oude Niedorp, waren het die de economische motor draaiende hielden
In een volgend artikel, over Nieuwe Niedorp, vinden we, behalve de veeboeren en
andere agrariërs, een groter bestand ambachtslieden en dienstverleners die met hard
werken de kost moesten verdienen.
Toch gingen er nog velen in de werkverschaffing naar o.a. de Wieringermeer. Op de
fiets met om het stuur een belastingplaatje. Wel met een daarin een gat
Jaap N. Blokker, Bergen.