26
Over winst en verlies, schoonheid en troost
De Schulpweg ziet er weer aantrekkelijk uit najaren van een zekere armetierig -
heid. Het Laagzijdje ligt er weer mooi bij. De voegen van de Nierupper kerktoren
zijn weer duidelijk met kalkspecie gevuld, onze oudste raam is geheel vernieuwd
en de klok loopt weer. Mijn liefje wat wil je nog meer.
Er ligt een weggetje tussen de Moerbeek en Haringhuizen met de merkwaardige
naam Hogebierenweg, een naam die herinnert aan onze Friese achtergrond.
Bieren zijn woningen en wie aan de andere kant van het IJsselmeer rondrijdt zal
daar misschien in Sexbierum terecht komen of zelfs in het gehucht Bieren.
De 'hoge' woningen aan ons Friese weggetje springen in het oog. De Cornelia-
hoeve aan de ene kant en de pas gerestaureerde Louisahoeve aan de andere kant.
We kennen inmiddels de opgeknapte Kieftenburg en uiteraard De Stins, de in
drukwekkende herenboerderij. Helaas is er bij de verkaveling een van de meest
interessante landschappelijke stukken naar de filistijnen gegaan. Het zogenaamde
grote groene eiland tussen De Stins en 't Homtje. Dat eiland is verleden tijd.
Buitengewoon spijtig. Van schoonheid kan de boer niet eten, het kost geld, is niet
praktisch, heeft economisch weinig of geen waarde; maar het is iets extra's dat
het leven meer zin geeft. En natuurlijk niet alleen voor de toerist, voor iedereen.
De gedempte Lindengracht, de Westerstraat, de Palmgracht in Amsterdam
worden heel misschien weer opengespit en met water gevuld.
Is dat niet een hoopvolle en troostvolle gedachte?
J.k.
Het grote groene eiland nog in volle glorie tussen links het erf van De Stins en rechts de Hogebierenweg