17 uit Zijdewind wel door de duvel verhoord. Hoe het ook zij, in 1679 blijkt geen Van der Woude meer eigenaar van de Rijdpolder, maar ene Scipio Ormea uit Haarlem. Diens familie moet gezien de naam uit Italië afkomstig zijn. De opvolgers Scipio verkoopt de landerijen aan een plaatsgenoot, Pieter Rijcke en vandaar gaat het landbezit weer over op ene Ja- cobus Fredriks Schagen, vrijheer van Heenvliet, baljuw en opperdijkgraaf van Brielle en de landen van Voorne. En mocht Herman zich in zijn graf nog enigszins kunnen vinden in dat baljuw- en dijkgraafschap, omdat hij dat zelf ook 30 jaar had uitgeoefend, bij de vol gende verkoop zou hij zich zeker om draaien van ergernis: Eigenaar werd een Hendrik Adriaen v.d. Mark, domheer van het kapittel van St. Marie uit Utrecht en vrijheer van Leur. (Dat kapittel zetelde sinds de 1 le eeuw rondom de Mariakerk in uitermate fraaie percelen en was be kend om zijn omvangrijke grondbezit. Na de hervorming ging het tamelijk snel bergafwaarts met deze exclusieve vereni ging van wereldlijke geestelijken.) Ook onze domheer had niet het eeuwige leven en zijn erfgenamen verkochten de landerijen aan twee personen: Jacob Eg- mond, heemraad van de Hondsbossche, en onze raad en vroedschap Jan Koeman. Ieder de helft. Na het overlijden van Jacob kwamen de helften in 1741 weer bij elkaar in de per soon van Jan Jansz. Koeman die zich toen enig eigenaar mocht noemen van de Kerkerijdtspolder met de leedige hofsteeden (woonerven),boomgaarden, het molenhuis en het molentje. Dat molenhuis stond waarschijnlijk nog altijd buiten het poldertje en wel tegenover de molen aan de andere kant van de vaart, vlak bij de weg. Op dit kaartje van omstreeks 1700 is een druk fout gemaakt. Sout moet Hout zijn. De Nieuwe weg is de Schulpweg. De oude weg zal het pad langs de oever zijn, over het dijkje. Ook om het Rijderpoldertje is zo'n pad aangegeven. De brug over de vaart liep hier richting Terdiekerweg.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2000 | | pagina 19