13
Toch leuk voor weesmeester Barten die daar precies tegenover woont om dat
eens te weten. We komen bij de Sliksteegbrug die pas enigszins gerestaureerd is.
Als er zwaar verkeer aankwam vluchtte de metselaar onmiddellijk onder de brug
vandaan. Hij vertrouwde het brugdek voor geen cent. Ook hier lag vroeger een
pracht van een ophaalbrug. Nog jaren daarna stond er als restant nog een joekel
van een paal voor het raam van Woudt de schoenmaker. Woudt woonde aan de
ene kant en Wagenaar aan de andere kant van een zeer karakteristiek huis. Het
lag in de lengte tamelijk dicht bij de sloot en was mogelijk eens een kaaspakhuis.
Aan de andere kant van de brug komen we de tijdverdrijvende Nederlander
tegen: Merkwaardige knutselarijen tot in de sloot. En warempel ook een minia
tuur-houtzaagmolen. Molens zijn wel bijzonder geliefd bij de Hollandse huisvlijt.
De boten van Koningsbruggen en Elias Wit
We vervolgen onze vaarweg stilzwijgend tot even voorbij de school. Daar lag
vroeger de boot van Koningsbruggen die behalve een brandstoffenzaak ook een
soort beurtvaartbedrijf had. De brandstoffen lagen opgeslagen in een stokoud
perceel, wellicht oorspronkelijk een boerderijtje, met een onverwoestbaar voor
deurtje. Een deurtje dat in een verveloze toestand de jaren en de elementen
zonder problemen trotseerde. Dat moet wel héél goed eikenhout geweest zijn.
Toen dit bouwwerk werd afgebroken was ik net te laat om die bijzondere
voordeur van de brandstapel te redden. Als troostprijs kreeg ik toen maar de
dubbele achterdeur en een paar zeer kleine schuiframen waarachter eens een
gezin geleefd moet hebben. De afbraak van de schoorsteen leverde ook nog een
verrassing op: een verborgen tegelwand sloeg in scherven tegen de grond.
De Bullebrug, restant van een vroegere ophaalbrug, was voor de in onze ogen
reusachtige boot van Koningsbruggen moeilijk te nemen. Net aan breed genoeg.
Daarna was er geen vuiltje meer aan de lucht. Na de boerderij van Stapel 'An en
Van' verbreedde het water zich geleidelijk. In een klein zij slootje, uitkomend op
een z.g. pompsloot langs de Terdiekerweg, lag vroeger het woonbootje van Elias
Wit.
Op zekere nacht voelde Elias nattigheid en dat was het einde van het vrije
buitenleven. De volgende dag zag men het piepkleine woonbootje vol water staan
met wat beddengoed daarin ronddrijvend. Elias kon zo naar het armhuis.
De houtzaagmolentjes
Iets verder had Rutsen een aantal roeibootjes achter zijn huis liggen die vissers
konden huren. Kwajongens gooiden er natuurlijk wel eens een paar los.
Nu is het volkomen onmogelijk geworden om achter de huizen het dijkje te
bewandelen. Alles is bij de achtertuinen getrokken en privé-terrein.