12
Toen ik een tijdje van het dorp af was en weer eens bij mijn ouders op bezoek
kwam bleek tot mijn grote schrik de wipbrug ineens verdwenen. Gesloopt, naar
men zei, vanwege die steeds maar terugkomende verfkosten. Het was nu eenmaal
de tijd dat oud voor nieuw moest wijken en dat men nauwelijks oog had voor de
waarden van het verleden. Uiteindelijk ben ik zo ook aan mijn woonboerderij
gekomen. Overgenomen van de gemeente, gered van de sloop. Het waren bizarre
tijden.
Indertijd heb ik de gemeente nog aangeboden om op mijn kosten tenminste de
verloederde walmuren van de zeventiende eeuwse sluis wat op te knappen terwijl
ze zelf dachten over dichtgooien en een rioolpijp erin. Het was natuurlijk geen
kwaadwilligheid, men zag het gewoon niet.
Van kermisschuit tot huisvlijt
Laten we Aries schuit een beetje meer vaart geven, anders komen we er nooit.
We varen langs het kerkeplein en ik kan me vaag herinneren dat hier heel vroeger
nog wel eens met Pinksteren een kermisschuit lag.
We varen de indrukwekkende pastorie voorbij waarop al sinds enige tijd de
kleine makelaar op half elf hangt en een deel van het dak op instorten staat.
Tussen de pastorie en de dokter lag heel vroeger de Wezenboomgaard met
daarachter de zogenaamde Wezenweid die zich uitstrekte tot aan de
Herbergsloot.
De ophaalbrug bij de Sliksteeg nog in volle glorie. Een groepje kinderen staat voor het huis van Woudt.
Een schoorbalk loopt vlak langs de gevel naar de hier onzichtbare forse steunpaal bij het zijraam.