10
Over water, bruggen en zaagmolens
De vuilnisschuit
Vandaag is het de eerste maart van het jaar 2000 en er waait een harde schrale
wind uit het noorden. Zon en regen wisselen elkaar af.
Officieel is de winter, die bar weinig voorstelde, nog niet voorbij, maar de gele
winterakonieten zijn al vrijwel uitgebloeid, de blauwe scilla's steken overal de
kop op om over de talrijke sneeuwklokjes en krokussen maar te zwijgen.
We zullen ons deze keer eens heel nostalgisch in de richting van de Rijd
verplaatsen en wel via de Voorsloot. Dat is weer eens wat anders. Lekker in het
luwtje alsof we nog in de schuit van Arie Arts mogen meevaren. Arie was onze
vuilnisman. Hij was de laatste die regelmatig de Nierupper voorsloot bevoer en
wekelijks de sluis passeerde.
Aries schuit lag afgemeerd in het Kanaaltje midden in het dorp. Naast het Witte
Kruis-huis. Zo'n bijzonder aardig huis uit de dertiger jaren waar iedere dorper
wel eens in zou willen wonen omdat je er ook nog eens het meest schitterende
uitzicht had over het water en het midden van het dorp. Maar er kwamen nieuwe
tijden en 't moest wijken voor een nieuw gepland zusterhuis bij 't Gezond
heidscentrum. Tot grote verbazing van de dorpelingen en verbijstering van de
wijkzuster.
Je kon als kwajongen niet gemakkelijk bij Aries schuit komen. Daar had je een
lange stevige plank voor nodig. Zo'n zelfde soort plank als hij gebruikte om de
vuilnisvaten met een kruiwagen in zijn schuit te rijden en bij de belt bij de Rijd
om het afval er weer uit te kruien.
Ik mocht vaak mee omdat Arie een oude schoolvriend van mijn vader was. Door
de sluis varen was een spannende ervaring en het speuren naar leuke hebbe
dingetjes die mensen om onbegrijpelijke redenen weggooiden natuurlijk niet
minder.
Was er per ongeluk een stuk gereedschap bij het huisvuil gezet, zoals bijvoor
beeld zo'n interessante soldeerbout van Chris Coops, dan had men nog een kans
zijn eigendom terug te krijgen via ondergetekende. Coops zat midden in het dorp
op de hoek van het notweggetje tegenover de Zaagmolenstraat. De draden die
met porseleinen koppetjes over de huizen liepen kwamen bij hem uit. Hij was de
man van de radiodistributie. Op de andere hoek zat Jan Blokker, kruidenier en
correspondent voor de Schager Courant. Zijn vader was de onvergetelijke dorps
aanzegger die in het zwart en getooid met hoge hoed de doden kwam aanzeggen.
Van huis tot huis, van vriend tot vijand. Niemand werd overgeslagen. Toen was
het dorp nog echt een dorp.
Het Kanaaltje was oorspronkelijk een stuk langer en liep tot aan de grote
houtzaagmolen 'De Drie Gezusters'. Deze gezusters waren kinderen van Eco
Scheltinga Winterberg, een zeer invloedrijk man in die tijd. Hij speelde o.a. een