-29-
sekere eetbare warente voorzien en getrouwelijk bij gezet als niemand anders zelve
en begeerde te doen"
Als tegenprestatie liet hij Pieter Vet een akte van overdracht ten gunste van Dirck
Pietersz Cruijt tekenen betreffende zijn woonhuis getimmert op ten voetinge van den
dijcken bovendien van alles dat hij na het overlijden van zijn vader nog zou gaan
erven!Die Dirck Pietersz toch!
In 1623 vormden Dirck Pietersz Cruijt met zijn schoonzoon Floris Pietersz en 4 andere
burgers van Winkel een comité dat zich garant stelde voor het losgeld om een
stadsgenoot en vriend vrij te kopen die al enige jaren in Livorno (Italië) als gevangen
slaaf werd vastgehouden. Twee eerdere pogingen om Heyndrick Symonsz te
bevrijden, de laatste in 1620, waren al mislukt en toen het in 1623 duidelijk werd dat
Heyndrick nog steeds niet was bevrijd, ging het stadsbestuur van Winkel zich met de
zaak bemoeien. De kosten werden aanvankelijk geraamd op 600 gulden die gedekt
zouden worden door een hypotheek op de landerijen van Heyndrick en zijn vader.
Toen Heyndrick per brief liet weten dat er nog 120 extra nodig zou zijn, waarvoor
geen dekking meer beschikbaar bleek te zijn, heeft het comité van Dirck Prsz Cruijt
zich per notariële akte garant gesteld voor de ontbrekende 120 guldens. De akte draagt
de signaturen van de zes deelnemers, dus ook die van Dirck Pietersz Cruijt, de
stamvader van het Westfriese Kruit geslacht.
De hulp van het vriendencomité heeft evenmin mogen baten, want vier jaar later werd
op de akte bijgeschreven dat de schepenen het losgeld hebben "gecasseert en
gerestitueerfen dat de zaak nu aanhangig is bij de consul.
Of Heyndrick ooit is vrijgekomen, is nog maar een vraag.
De samenstelling van het gezin van Dirck Pietersz Cruijt wordt pas duidelijk uit het
testament dat zijn weduwe kort na het overlijden van Dirck in 1630 heeft laten
opmaken. Hierin is Maritgen Pieters de weduwe, en zijn drie kinderen heten Alidt
Dircks, Pieter Dircks Cruijt en Claes Dircks Cruijt.
Hoewel Dirck dus twee zonen Cruijt had, loopt de afstammingslijn naar de
hedendaagse Kruit families niet via één van de zonen, maar over dochter Alidt Dircks.
Merkwaardig dat Alidt in de vier akten waaruit wij haar kennen, het steeds zonder
toevoeging van de familienaam Cruijt heeft moeten stellen.
Alidt trouwde met Floris Pietersz Schuijtevoerder, een collega van haar vader.
Schuijtevoerder is ook hier geen erfelijke familienaam, maar slechts een verwijzing
naar het beroep van Floris Pietersz. Van de vijf zonen die uit dit huwelijk zijn geboren,
hebben er drie moeders familienaam Kruijt aangenomen. De vierde zoon liet zich
Slootemaker noemen, terwijl de enige dochter en de vroeg overleden jongste zoon niet
het genot van een eigen familienaam hebben mogen beleven.
Tot het voorjaar van 1999 telde het totale nageslacht van Dirck Pietersz Cruijt 384
personen met de familienaam "Kruijt" (in diverse spellingen), waarvan 203 mannen
(53%) en 181 vrouwen (47%). Dit getal omvat dus alle bekende leden van de
Westfriese Kruitstam, geboren tussen 1600 en voorjaar 1999.
Van deze 384 afstammelingen zijn er momenteel 121 nazaten "Kruit" in leven en wel
49 mannen (40%) en 72 vrouwen (60%). De meesten van de tegenwoordige generatie
spellen hun naam gewoonweg "Kruit", maar in de omgeving van de Zaanstreek
kennen we nog een groepje van Westfriese nazaten 14 personen), dat heeft