Het levensverhaal van Piet Zwagerman VIII In januari 1912 kochten wij, zoals ik reeds schreef, 1,16 ha van de oud-notaris Duker uit Zuid-Scharwoude. Co en ik gingen er met z'n beiden heen en werden door Mevrouw en Mijnheer Duker vriendelijk ontvangen en moesten een kopje koffie drinken. Nu, dat kon er ook wel af, want wij betaalden er een mooi sommetje voor. We hadden de centen mee. De koopprijs was 3500,-- en de onkosten van de onderhandse koop 3%. Dat was dus 3605,--. Een zeer hoge prijs voor die tijd; 't was voor 3/4 grasland en Va een stuk bouwland, waar mijn broer Dirk en ik een boomgaard lieten aanleggen. Dat stuk grasland heb ik het zelfde voorjaar gescheurd en er bouwland van gemaakt. Ook ploegden wij een stuk van moeders boerderij om, zodat wij daar ongeveer 2 Vz ha bouwland kregen. Ik heb nog vergeten te zeggen dat Dirk en ik in 1912 de hele boerderij van moeder huurden en Dirk en z'n vrouw op de boerderij kwamen wonen en moeder bij hen overhuis kwam. Wij hadden toen een grote wielploeg gekocht, waarmee dat grasland zo ineens in bouwland werd herschapen. Maar je moest er 3 paarden voor hebben, want voor twee was het te zwaar. Wij zaaiden op dat land bruin mosterdzaad, iets watje nu in Noord- Holland nooit meer ziet. Wij teelden 61 mnd a 70 kg per mnd (hl). Maar dat ging niet gemakkelijk in 1912. Het werd precies in tegenstelling met 1911, een heel nat jaar. Vooral augustus en september of eigenlijk de laatste helft van juli reeds. Toen de mosterd gezicht werd, tegen augustus, regende het vast alle dagen. Maar mosterd heeft daar geen last van, omdat het een oliezaad is. Doornat werd het soms aan de hok gezet, maar dat scheen ook niet te hinderen. Wij hadden 183 hokken en als ze een week of vier gestaan hebben, is het tijd om te dorsen, maar in 1912 ging dat niet. Tien weken achter elkaar konden wij er afblijven; 't was storm of regen of van beiden. Het graan stond te spruiten aan de hokken. Ze waren groen van boven en de tarwe hier in Noord-Holland was totaal ongeschikt voor broodbereiding en belandde naar de stijfselfabrieken of werd als veevoer gebruikt. Eindelijk, een week in oktober veranderde het weer en scheen het wel uitgeregend. Wij huurden een dorsmachine met rosmolen, waar 2 paarden voor moesten van de firma W.C. Visser en dat ging vlug, maar de grote hoeveelheid stukgeslagen stengels, die in het zaad terechtkwamen, maakte het schonen van het zaad een langdurig werk. In de volgende jaren hebben wij ook nog wel mosterd verbouwd, maar wij dorsten het dan maar weer op de ouderwetse manier met de dorsvlegel; dan was de ruige zaadhoop lang zo groot niet en kostte het nog minder uurloon. Dat loon was toen 20 a 25 cent per uur. Maar de boel bracht een beetje op ook. De mosterd werd verkocht op de zaadmarkt te Hoorn, aan de firma de Jong, voor 19,25 per hl (mnd), zodat wij ontvingen 1174,25. Dat was de opbrengst van 2 Vz ha. Daar werden wij ook niet vet van en dan moesten wij die 61 mnd nog in Hoorn leveren. Wij gingen er heen met 4 boerenwagens en 4 paarden, 2 paarden voor 2 wagens en zo reden wij Hoorn binnen en moesten het hele stadje door om bij het zaadpakhuis van de Jong te komen. Halfweg de stad werden wij aangehouden door de -20-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1999 | | pagina 22