-14-
Wagenhuis.
I n 1687 verkoopt de stiefvader van Jan Jansz. de bakkerij aan Jan Barentsz
Krommenie waarna deze vele tientallen jaren in familiebezit blijft, om precies te zijn,
tot 1756.
In 1713 verkoopt Trijn Pieters Sijpheer, erfgename van Joost Kruijffaan Jan Ba
rentsz Crommenie het oude Rembrantszhuis. Dat wordt dan eenvoudigweg toegevoegd
aan de bakkerij annex boerderij van de Crommenies.
Als de hele boel in 1756 verkocht wordt aan Dirk en Jan Mol uit Egmond aan de Hoeff
wordt er gesproken over een huijs, erve, wagenhuijs, luijf en zaagselhoek zijnde een
broodbakkerij met enige gereedschappen. Omdat dit alles verkocht wordt voor de
minderjarige Dirk Crommenie dient een en ander weer eens duidelijk omschreven te
worden.
Voor 652 gulden en 10 stuivers komen de twee panden in 't bezit van Dirk en Jan.
Het Rembrantszhuis blijkt intussen gedegradeerd tot wagenhuijs. Zoiets was te ver
wachten.
Een bekende naam, Eecen.
Bij de verkoopakte wordt als oostelijke buurman genoemd Cornelis Jansz. Eessen, een
vlaswerker. Deze woonde dus zo ongeveer daar waar het woongedeelte van Jan Goet
junior zich nu bevindt. De zoon van deze zogenaamde vlaswerker, Jan Cornelisz.,
trouwde met ene Geertje Jans van der Stok. Ze gingen in Schagen wonen en kregen in
1761 een zoon, Cornelis Jansz., die de grondlegger werd van zowel de houtzagerij en
houthandel Eecen 1808), als de Noord-Hollandse Brandwaarborg Maatschappij
(1816) in Oudkarspel. Tot 1791 was Cornelis werkzaam als turfhandelaar en turfver-
scheper. Ter ere van het 175-jarig bestaan van de waarborgmaatschappij werd het aan
taljaren met duizend gulden vermenigvuldigd en overhandigd aan de stichting De
Turfschuur in Kolhorn waar men natuurlijk een gat in de lucht sprong.
Links naast Cornelis Jansz. Eessen woonde indertijd Maartje Sijm. Bakker, een naai
ster 'met een arm weeskind in de kost'. En daarnaast dan de schoenmaker die me
enigszins op het verkeerde been had gezet, Jan Cramer.
Henk van Nierop.
Om terug te komen op de bakkerij, na Mol zien we Teunis Bakker en vervolgens Pieter
Pauw die voor 3500 gulden de panden voor zijn zoon Jan verwerft. Maar al zeer spoe
dig verkoopt Pieter Pauw ze weer voor 't zelfde bedrag aan Adam van de Wolff en wel
in 1790. Twee huizen meer naar 't westen ter hoogte van de familie Broersen op
nr. 91) is de Joodse veekoopman Ephraïm Salomon neergestreken. Zijn zoon zal in de
Franse tijd de naam Van Nierop aannemen. Op 25 september j.1. waren de nazaten van
deze Van Nierop in De Maurits verenigd om dat feit feestelijk te gedenken. Onder hen
de schrijver-historicus Henk van Nierop bekend om het 'Het verraad van het Noor
derkwartier'. Ik zal aan die Nieropper voorvaderen nog wel eens een woordje wijden.
Het einde.
Bakker Adam van de Wolff verkoopt in 't jaar 1800 zijn twee panden aan Johannes