Overpad en brand.
In 1611 worden we geconfronteerd met een probleem dat ook later bleef spelen: het
recht van overpad. Met hulp van een Mr. Oorwater en Mr. Van den Broecke werd
vastgelegd, dat de schoenmaker 'eeuwelijck een vrijen ganck en reedt' zou krijgen
tussen zijn huis en zijn buurman Pieter Pietersz. Backer. 'Tot achter thuijs en zoe
verde het nu betimmert staet ende zoe wijdt die tegenwoordich is, zonder die belete of
versperd te mogen worden.'
In een verkoopakte van Maritgen Heijndricks, weduwe van bakker Pieter Pietersz.
wordt dat in 1618 met zoveel woorden gememoreerd. En ook in 1627 als Allert
Remmisz. zijn zaak overdoet aan Claes Willemsz backer van de hoeff bij Egmondt.
Er wordt dan gesproken over 'een huijs, erve ende plantagie daer op staende metten
backoven ende buielkist (daarin werd meel rondgedraaid en gezeefd).' Verder moest
Allert schriftelijk beloven, dat hij zelf in de Niedorper Cogge nooit meer zou bakken of
brood verkopen noch laten verkopen. Zo werd alles uitgebreid beschreven.
In 1637 waren er desondanks weer problemen met het overpad die door een zogenaam
de rooimeester of royster beoordeeld moest worden.
Bakker Jan Goosensz had een hek geplaatst waartegen Dirck Rembrantsz mede
namens zijn moeder (vader is overleden) wel moest protesteren. Het 'hoy' kon niet
meer goed'gesteld' worden en hooi was nodig voor de koetjes die de Rembrantsz er
ook nog op na hielden. Het is trouwens opvallend, dat Dirck Rembrantsz in de des
betreffende akte alleen maar schoenmaker wordt genoemd. Niks mathematiek, niks
astronomie, niks zeevaartkunde.
In 1639 breekt er brand uit in de bakkerij die net in 't bezit is gekomen van Cornelis
Dircksz. Gorter. Huis en bakkerij worden volledig in de as wordt gelegd
Ook Dirck Rembrantsz eigendommen gaan deels verloren. Jan Smit spreekt over tien
tallen zonnewijzers. In welke mate het huis beschadigd is blijft onduidelijk.
Het erf van Gorter wordt verkocht "metten materialen van steen, ijserwerck daarop
leggende, een boet ende verdere toebehoren van 't erff'. Het gaat naar Mr. Harmen
Dircks Hooman, chirurgijn (dokter) onser stede. In 1654 vertrekt hij naar Catwijck op
de Rijn, nadat hij dit bezit heeft overgedaan aan een jongere collega Mr. Wijbrantsz en
zijn moeder. Deze is zo aardig om "een stroockgen erffs aan de oostcant van sijn hof-
steed en erf aan Dirck en Jacob Rembrantsz te verkopen omtrent 6 roed lang en een
halve roed breed, (een roed zal in de buurt van 3,75 m liggen)
Alweer een bakker?
Vervolgens wordt in 1659 Jan Dircksz. Gorter de nieuwe eigenaar. De naam sugge
reert een direct verwantschap met Cornelis Dircksz. Gorter. Beiden Dirckszoon en
misschien ook beiden bakker. De bakkerij zou dan weer zijn opgebouwd. In 1661
verkoopt Jan zijn handel aan Dirck Rens Cramer uit Medemblik, d.w.z. huijs, erve met
het 'gort-huijs' of schuur.. Gort is gebroken graan en een gorter is hetzelfde als een
grutter, een molenaar van haver, gerst en boekweit. Die zijn nou niet bepaald geschikt
om een broodje van te bakken. Over een gruttersmoien wordt niet gesproken. Om kort
-12-