Het vierde huis.
Wie de bijgevoegde lijsten bekijkt, in de wetenschap dat Dirck leefde van 1610 tot
1682, ontdekt al gauw dat zijn huis, dat hij jarenlang bewoonde samen met zijn broer
Jacob, het vierde huis is geweest vanaf het oude 16e eeuwse raadhuis.
Het latere raadhuis, dat nu het voorste deel vormt van het Dorpshuis, stamt uit het
midden der vorige eeuw. Het rust bij wijze van spreken op de fundamenten van
enerzijds het kleine oude raadhuis en anderzijds van een vrij groot huis waarvan we
de hoofdbewoners zo tussen 1650 en 1800 inmiddels grotendeels bij naam kennen.
Het tweede huis, dat als een 'huijsgen' wordt aangemerkt, stond ongeveer op de plaats
van de timmerwerkplaats en het derde op de plaats van het woongedeelte.
Zuster Annet heeft grondig werk verricht bij het doorspitten van talloze verkoopaktes.
Omdat de belendende percelen met hun bewoners/eigenaars vrijwel altijd genoemd
werden kon via deze gegevens de bewoning in de loop van de tijd heel aardig worden
gereconstrueerd. Dit is hier gedaan rondom de woonplek van Dirck.
De familie Rembrantsz.
Dircks vader, Rembrant Dircks, was ook schoenmaker, en in 1598 getrouwd met
Ariaene Pieters, "beijde van Nijendorp" en doopsgezind.
Het huis werd gekocht van een zekere Maerten Jansz. Bruijn, die kennelijk een handel
in bier dreef, want er was sprake van een schuldbekentenis aan een biersteker te
Alkmaar en de verplichting om alleen daar bieren af te nemen. Wat dat betreft lijkt er
-10-
Het huis van Jan Goet junior met timmerwinkel.