Zover is het echter niet gekomen want op 13 oktober vernam Generaal Daendels dat er
onderhandeld werd over het beëindigen van de gevechten. Het verdrag van de
capitulatie werd op 18 oktober 1799 te Alkmaar gesloten. De Engelsen en Russen
hadden een vrije aftocht weten te bedingen. Ook zou de veroverde Bataafse vloot in
hun bezit blijven en hoefde er geen betaling van oorlogsschade plaats te vinden.
De evacuatie van het Engels-Russische leger begon op 22 oktober en was op 19
november voltooid.
Wegens de overwinning op de Engelsen en Russen werd op 19 december 1799 een
groot nationaal feest gevierd, 's Morgens van 8 tot 9 uur en 's middags van 4 tot 5 uur
werden de klokken geluid. Van de stoep van het stadhuis werd de proclamatie
voorgelezen. De Municipaliteit van Nieuwe Niedorp besloot om het huis der gemeente
te doen illemineren.
Geraadpleegde litteratuur en archieven:
De geschiedenis van Pnrmerenddoor P. Huurdeman.
Geschiedenis der NederlandenWinkler Prins Encyclopedie.
Geschiedenis der lage landen, door Jaap ter Haar.
Geschiedenis der landing van het Engels-Russisch leger in Noord-Holland, door L.C. Vonk.
De lange herfst van 1799, uitgave Stichting Herdenking 1799, Castricum 1999.
Notulen van de gemeente Nieuwe Niedorp.
Een brief uit 1799.
In een editie van De Speelwagen uit 1953 is een brief opgenomen waarin verslag wordt
gedaan van De woelige dagen in 1799 te Nieuwe Niedorp. Het betreft een brief
afkomstig van mevrouw M. Koog-Koeman uit Nieuwe Niedorp, geadresseerd aan haar
familie te Harderwijk.
In de brief lezen wij het volgende:
"Vrijdag 4 Oct. is onse Colonel en zijn vrouw, de Majoor en Kapitijn met 3 knechten
vertrokken, nadat wij deselve tien dagen hebben ingequartierd, met dagelijk 2 grote
vueren aan, één in het keukentje van de stal om te koken en te braden en één hier in
ons huis om te warmen. De Engelschen schijnen zeer kout van aart. Het minste dat het
kout is, moeten zij bij het vuur zitten en schreeuwen dan maar om hout en turf, zelfs de
vi ouwen, want die gebruijken geen stooven. De Colonelsvrouw bleef nog een dag
langer als haar man. Toen zij meende dat zij zou gaan, gaven wij haar een rekening
over hetgeen zij van ons gehad had, volgens haar eijgen zeggen dat wij alles mosten
optekenen en dat se ons wel voldoen zou. Zoals de vorige klanten ons ook gezijt
hadden, doch op het eijnd niets gaven en zonder afscheid weggingen! Zoo ook hier:
toen zij de rekening had wierd zij kwaedaardig en zei tot dochter Frouke, die in het
Engels tot haar sprak, dat zij niets van ons had gehad en schold ons en haar wat uijt.
Dit was al wat wij van haar kregen."
-6-