bijlage 2.
Een brief van de MunicipaSiteit van Winkel naar
aanleiding van de Engels-Russische inval in 1799.
Aan de Representanten van het volk van Holland in Den Haag.
Medeburgers,
Eindelijk zijn wij verlost van de in alle opzichten vernielende, rovende bende der
Engelsen onder wien wij de tijd van 6 weken hebben moeten zuchten. We hebben
gezien hoe onze ingezetenen zijn beroofd van een gedeelte hunner bezittingen, hun vee
en alles wat aan hun roofzuchtig oog maar kon voldoen.
Donderdag de tiende Oktober zijn ze bij de Langer eis aangevallen door onze brave
Hollandse soldaten, alwaar de Engelsen een batterij op de Zeedijk hadden
opgeworpen. Het gevolg was dat zij in de grootste haast 's avonds om 6 uur uit Winkel
zijn vertrokken naar Kolhorn en Barsingerhorn. Om 7 uur kwam een luitenant met 16
man batterij-jagers onze plaats binnengerukt. Korte tijd daarna werden zij gevolgd
door een luitenant-kolonel met meerdere manschappen.
Wij kunnen met geen mogelijkheid beschrijven de verwoesting welke onze plaats heeft
uitgestaan. Evenwel zijn wij gelukkig boven nog vele andere plaatsen waar het vuur
des oorlogs dagelijks gewoed heeft.
Wij hebben alle reden om over onze burgerij, hoezeer ook het stelsel voor het
merendeel van Oranje toegedaan, content te zijn. Trouwens de behandeling der
vijanden is een zeer goed middel geweest om hun van de Engelse ziekte te genezen.
Thans zijn wij opgepropt met militairen, alle de huizen zijn vol en de voorraad van
levensmiddelen die wij nog hadden is nu opgebruikt. Wij genieten het brood van de
militairen. De granen staan op het land te rotten, de paarden en wagens zijn of door de
vijand gevorderd, of gestolen en mede genomen, als ook veel vee.
Wij zijn op onze posten gebleven hoe zeer wij alle versmading hebben moeten
verduren en door de vijanden dag en nacht geplaagd zijn geworden. Zelfs een lid van
ons bestuur is opgehangen geweest, doch evenwel ziende zijn standvastigheid is hij
weder losgelaten op het ogenblik dat hij zou verstikken.
In het vervolg van deze brief wordt uitvoerig ingegaan op de verarmde staat waarin de
burgers van Winkel vanwege de oorlogshandelingen verkeren. Men is niet meer in
staat om de verschuldigde achterstallige belastingen te betalen en verzoekt om daarvan
ontheven te worden. Bovendien zou de Municipaliteit van Winkel gaarne in
aanmerking willen komen voor een gedeelte van elders in den lande gecollecteerde
gelden. Dit om de burgers gedeeltelijk te kunnen ontlasten van de schade die zij door
de oorlog hebben geleden en om in de noodzakelijkste behoeften te kunnen voorzien.
N.B.:
Ter wille van de leesbaarheid is deze oorspronkelijk zeer uitvoerige brief belangrijk ingekort.
-18-