-14-
gedupeerde boeren maakten aanspraak op een schadevergoeding van gemiddeld 80
per wagen en tuig.
In Nieuwe Niedorp was voor het vervoer van bagage en van Bataafse soldaten de
snipschuit van J. van der Stok gevorderd om 23 dagen lang tussen Nieuwe Niedorp en
Alkmaar te varen. De damschuit van Jan Simon de Wit werd voor 16 dagen
gevorderd. De schuit van Simon Scholten voor de duur van 14 dagen. Voor elk
vaartuig werd een vergoeding van 3 per dag in rekening gebracht.
Achtergelaten paarden, wagens en goederen
Generaal Motz had, bij de terugkeer naar Engeland in november 1799, bevolen dat alle
in Den Helder achtergebleven paarden, wagens en voorraden onpartijdig verdeeld
moesten worden onder de grootste slachtoffers van de oorlog. Dit blijkt voor een aantal
plaatsen in het gebied van de oorlogshandelingen ook te zijn gebeurd maar vrijwel
zeker met in onze dorpen.
Hooilevering
De boeren waren verplicht om hooi te leveren voor de rij- en trekpaarden van de
strijdende legers.
In Nieuwe Niedorp leverden 13 boeren 60 wagens hooi van 5000 kg per wagen aan de
Engelsen. Van 10 oktober tot 24 november zijn er door 35 boeren 209 wagens hooi aan
het Bataafse leger geleverd waarvoor een vergoeding van 20 per wagen in rekening
werd gebracht.
"Kaggels" en wijn
In Nieuwe Niedorp was het hoofdkwartier van de Bataafse troepen in het raadhuis
gevestigd. Op order van Generaal Daendels moest er een nieuwe "kaggel" geplaatst
worden. Deze werd voor rekening van de gemeente gekocht bij J. Blom in Alkmaar
voor de somma van 50. Ten behoeve van de officieren zijn er toen ook 6 ankers wijn
aan het hoofdkwartier geleverd voor 140. (6 ankers betekende een hoeveelheid van
265 flessen).
Gebrek aan brandstof
Voor verwarming van de verblijfsruimten en het koken van voedsel moest er 200 jaar
geleden nog gebruik gemaakt worden van turf en hout. Om het vuur brandende te
houden haalden de soldaten niet alleen de houten hekken uit de weilanden maar
ontvreemden ze ook de houtvoorraad bij de burgers. Ze ontzagen zich zelfs niet om
enkele houten woningen grotendeels af te breken om als brandstof te gebruiken voor de
kachels. De woning van Sijmon Molenaar uit Oude Niedorp werd voor dat doel geheel
afgebroken, wat een schadepost voor hem betekende van 800. Er zijn toen in die
gemeente ook enkele woningen ten dele afgebroken voor het brandhout.
In andere dorpen verdween er eveneens veel hout van woningen in de kachel. Dit was
onder andere het geval met het weeshuis in Winkel. Als gevolg van onvoorzichtig
stoken van de kachel ging de Doopsgezinde Vermaning van Barsingerhorn in vlammen
op.