Boekje geeft helder inzicht in
500 jaar weesmeesters Niedorp
natuurlijk bij afwezigheid van de bewoners, ook terecht tijdens de avonduren of op
zondag.
Ter informatie treft u onderstaand een recensie aan, overgenomen uit de 'Schager
Courant' van 22 december 1997.
Nieuwe Niedorp.
Ruim een jaar geleden kreeg de Niedorper historicus Aat Wit het verzoek om een
historische beschrijving te maken over de in 1997 vijfhonderd jaar bestaande
wezenadministratie in Nieuwe Niedorp. Ondanks dat 'opdrachtgever' de Nederlands
Hervormde Wezenadministratie te Nieuwe Niedorp de auteur kort tijd gunde, is Wit
erin geslaagd zijn missie nog in het jubileumjaar van de Nederlands Hervormde
Wezenadministratie in Nieuwe Niedorp met een prima resultaat af te ronden. Het
boekwerkje 1497-1997 Vijfhonderd jaar weesmeesters in Nieuwe Niedorp' geeft in
opvallend heldere taal een duidelijk inzicht in de rijke historie van de Niedorper
weesmeesters.
Nieuwe Niedorp kreeg 20 februarie 1497 bij ordonnantie 'het recht van weeskamer'.
Als gevolg hiervan werden jaarlijks op de ''Heilige Driekoningendag'(6 januari) door
'Schout en Schepenen van Nijedorp met de Rijkdom en de Vroedschap gezamenlijk en
eendrachtig twee goede en bekwame mannen benoemd, die gedurende een jaar,
namens de wezen, weesmeesters zouden zijn. Doelstelling hierbij was het welzijn van
en de materiële belangenbehartiging voor kinderen, die één of beide ouders verloren,
tot aan hun meerderjarige leeftijd.
Veelvuldig kwam het namelijk voor, dat deze kinderen door hun familie werden
verwaarloosd of erger nog, aan hun lot werden overgelaten. Bovendien bleek het
erfdeel, waarop de kinderen recht hadden, na verloop van tijd door de hebzucht van de
familieleden vaak fors geslonken of zelfs geheel te zijn verdwenen.
Vragen
Aat Wit heeft zich voor zijn werkstuk vooral verdiept in vragen over de
totstandkoming van het instituut weesmeesters en op welke wijze kapitaal en
landerijen in bezit van de Wezenadministratie zijn gekomen. Maar ook schenkt hij
aandacht aan de oprichting van een weeshuis in 1595, dat werd gevestigd op de grond
van de toenmalige pastorie tegenover de Nederlands Hervormde Kerk. Om het
weeshuis financieel beter rendabel te maken, werden de daar verblijvende
weeskinderen vanaf hun twaalfde jaar verplicht wekzaamheden te verrichten, waarbij
het loon toekwam aan de weesmeesters.
Zo verzorgde Symen Smit in het midden van de achttiende eeuw gedurende enige
jaren het dagelijks opwinden van het uurwerk en het regelmatig smeren van het gaande
werk van het 'stadhuisklokje' tegen een vergoeding van ƒ15 per jaar.
-3-