-37-
Dat is eigenlijk heel eigenaardig gegaan. Want pas na de eeuwwisseling zijn de
maaimachines pas gemeengoed geworden. En zij waren er toch al jaren en deden hun
werk goed. In 1893 waren er in N.Niedorp twee en die waren al haast versleten. De
een was het eigendom van oom Kees Rezelman en de ander hoorde aan Pieter
Koopman, wiens vader hem hoogstwaarschijnlijk al gekocht had. Ik meen ook, dat
grootvader Rezelman hem aangeschaft heeft en oom Kees hem heeft overgenomen
toen grootvader op hield met boeren. In elk geval was dat ding in 1893 al flink
versleten. Het was het merk Walter-Wood, ook een Engelse machine, meen ik.
De eerste zomer heeft onze neef, Arie Rezelman, ons land er mee gemaaid, dat ging
toen nog omdat er zo weinig op stond. Daar liep hij dan nog wel door, maar in een dik
zwad, stikte hij. Dat kwam hoofdzakelijk, doordat de kammen op de wielen te veel
waren afgesleten en zodoende de wielen begonnen te glijden, als er heel wat kracht
moest worden uitgeoefend. Oom Kees wist wel, wat er aan mankeerde, maar of hij
geen nieuwe onderdelen kon kopen, omdat de fabriek was verdwenen en of hij te arm
was, om wat nieuws aan te schaffen, ik weet het niet, maar het ding was veel in de
reparatie in Kolhorn bij firma Wissekerke, maar het bleef sukkelen en de volgende
jaren is er bij ons ook niet meer mee gemaaid. Toch kan het mij nog met trots
vervullen, dat de familie Rezelman zo'n machine aanschafte, lang voor het merendeel
der boeren er een goed woord voor over had.
Spoedig na de aanschaffing van onze machine, ongeveer half juni, kwam de dag, dat er
voor het eerst mee gemaaid moest worden. Mijn vader kon me niet helpen, want die
wist er zelf niets van en mijn broer Louw ook niet. Maar ik had het wel eens gezien, er
waren er toen al een paar meer in N.Niedorp, zodat ik het maar waagde. Ik wist, datje
aan de linkerkant van het te maaien land moest beginnen, twee zwaden van de
slootkant af en 't ging. Wel zat ik te zweten op dat ding, maar het was een stuk van
1,80 ha. en in een dag, voor melktijd was het gepiept. Ik had wel eens een verkeerde
handgreep gedaan, maar ongelukken waren er niet gebeurd en niets was er gebroken.
Een goede week er na was het tweede stuk aan de beurt en dat was belangrijk groter nl.
2,35 ha. Eerst moest ik de kaas maken, koffie drinken, de paarden er voor en maaien
van half tien tot twaalf. De paarden uitspannen, eten en om één uur begon ik weer.
Toen tot vier uur, de paarden weer in de wei, melken, brood en koffie gebruiken en
kwart over zes weer maaien. En juist sloeg onze torenklok negen slagen, toen ik klaar
was. Moeder en vader kwamen mij tegemoet, want het duurde hen te lang. Ze konden
het haast niet geloven, dat het hele stuk er in één dag af was.
Wordt vervolgd.