-32-
notarisklerk geworden bij notaris Sloos te Winkel. Daar werd nogal gedronken en Nan
werd een drinker. Later bekwaamde hij zich bij een familielid in letterzetten, maar
kwam door zijn drinken langzamerhand geheel aan lager wal. Op de duur kwam Nan
met z'n goede kop en goede vakkennis in het armenhuis terecht. Hij heeft z'n best nog
gedaan uit de groep van de alcohol los te komen en sloot zich aan bij de
geheelonthoudersbeweging. Toch heeft hij dat niet kunnen volhouden en na enige jaren
was het weer mis met hem. In dat tehuis had hij geen centen om te drinken, maar Nan
was ook een heel goede gelegenheidsdichter en daar verdiende hij wel wat mee. Voor
een paar centen de regel maakte Nan rijmen voor bruiloften en partijen, ja voor alle
mogelijke gelegenheden. Zelfs hebben er wel van die voortbrengselen van hem in de
Schager Courant gestaan. En altijd waren ze geestig, en toepasselijk. Hij schreef die
bruiloftswensen altijd op folio vellen en het was een lust ze te zien. Nooit een
doorhaling er in, alle letters even groot en rond.
En hoe ik met hem in kennis raakte?
Dat kwam, omdat hij geheelonthouder werd. Zodoende kwam hij bij onze
rederijkerskamer en hij werd een gewaardeerde kracht. Zelfs schreef hij eens een
toneelstukje. Jammer dat hij later weer in zijn oude kwaal terugviel. De drank was
sterker dan hij. In 1911 of 1912 is hij gestorven, ruim 60 jaar oud.
Dit is het laatste over die brieven. Wij mochten éénmaal in de maand bezoek
ontvangen. Je ging dan onder geleide met de kap voor je gezicht naar beneden en werd
dan in een cel gelaten, die door twee ijzeren hekken in drieën was verdeeld. Waar je er
in ging de gevangene, in het midden de bewaker en in de derde kooi het bezoek. En
enkel de naaste familie. Er was niets aan.
Op 15 oktober werden we ontslagen en opgehaald.
De kameraden ontvingen ons met veel gejuich, handen werden gedrukt, het was een
hartelijk weerzien. Zelfs de jongens, die ons in de steek hadden gelaten, werden door
ons niet lelijk aangekeken, 's Avonds gingen wij met z'n achten de stad in. Een
spelletje biljarten in het "Haasje" en nog een paar gelegenheden, op tijd weer naar de
kazerne en ze pasten op, dat ze niet te veel gebruikten, maar ja, er werd door 7 van de
8 gerookt en een paar glazen bier gebruikt en dat ging niet meer. De magen waren niets
meer gewoon en we waren nog maar pas op onze kribben, of ze begonnen te braken.
Alles moest er uit en toen kregen ze pas rust en sukkelden in slaap. Ik had geen last,
maar had niet gerookt en geen bier of jenever gedronken. De volgende morgen kwam
broer Dirk mij opzoeken en die had wat prinsen en jutteperen meegenomen voor ons.
Die hadden ze expres zo lang voor ons bewaard in de kelder, 't Was een fijne tractatie!
De volgende week ging ik voor het eerst met 24 uur verlof naar huis. De dienst verliep
heel kalm, we kregen onze persoonlijke bezittingen weer terug, die zolang in onze
soldatenkisten op de rustkamer waren bewaard. Maar niet heel best, want ik had een
paar chroomleren bottines en die waren gegapt. De dief had de scharnieren van de kist
los gemaakt. Verder zat er niet veel van waarde in, maar die schoenen, dat was een
dure grap, waren nog nieuw en vergoeding niks!