-30-
De maat van de roeden was hier 720 in een morgen, waarbij men een morgen op
ongeveer 0,85 ha. kan stellen.
Pieter Wonder, schipper van het Oude Niedorper Verlaat betaalde toen 608 gulden
voor beide partijen.
De veiling had plaats in café 'Het Bonte Paard' te Nieuwe Niedorp waar Jacob van
der Stok op dat moment kastelein was. De ordebewaking was bij deze gelegenheid
toevertrouwd aan dorpsveldwachter Pieter Jongejan. Men zal zich waarschijnlijk
afvragen welk café hier eigenlijk bedoeld werd. Gaat het om een lang vergeten
uitspanning, of is er sprake van een andere naain voor een bekend café?
De Prins Maurits werd in de Franse tijd eenvoudig gedwongen een andere naam aan te
nemen. Er was natuurlijk geen plaats meer voor Oranjeverheerlijking, ook niet naar
het verleden. Na de nederlaag van Napoleon in 1814 hoefde Het Bonte Paard
kennelijk nog niet direct z'n hoeven te lichten, maar lang zal het eerherstel wel niet op
zich hebben laten wachten.
De Prins Maurits had trouwens al eens eerder een subtiele naamsverandering
ondergaan, dat mag ik de Niedorpers niet onthouden, een weinig ingrijpende
weliswaar, maar wel een anekdotische: Aanvankelijk heette het café De Graaf
Maurits, maar dat veranderde in 1712 of daaromtrent toen Jan Prins de nieuwe hospes
werd. Men kan zich wel ongeveer voorstellen hoe dat gegaan is.
Om terug te komen op Pieter Comelisz. Wonder: af en toe wordt er verslag gedaan van
de verkoop van hakhout. Zo is er in 1820 voor zo'n 463 gulden verkocht aan 86
kopers. Er moest nu eenmaal belasting worden betaald over dit soort handel. In 1822
verkoopt hij enige parken hakhout in het Hanedoes voor ongeveer honderd gulden aan
44 kopers en in dezelfde tijd voor ca. 45 gulden in de Oude Niedorper Boome tussen
De Weel en 't Verlaat)
In het oud notarieel archief van Nieuwe Niedorp bevindt zich een akte (nr. 1294)
waarin uitgebreid staat verteld hoe Dirk Klomp, dagloner uit Nieuwe Niedorp, ten
verzoeke van Pieter Wonder, landman te Dirkshorn - inmiddels verhuisd en geen
schipper meer - publiekelijke verkoping zal houden van een partij hakhout en wel op
den Eersten februarij aanstaande des morgens ten tien uren.
De ontvanger der Registratie en Domeinen in Schagen krijgt een afschrift van deze
voorlopige aangifte. Het verkopen van hakhout was kennelijk een zeer ernstige
kwestie waar notaris Roggeveen aan te pas moest komen.
Wanneer het bos van Hanedoes precies is gerooid is nog onduidelijk, maar ongeveer
halfweg de vorige eeuw blijkt het verdwenen. De herinnering aan het bos gaat dan
langzamerhand verloren, alleen de bijzondere naam Hanedoes blijft bestaan. Een naam
die uiteindelijk teruggaat op een Gabriël Hannedouche die naar verluidt Frankrijk na
een duel moest verlaten en via Canterbury in Leiden terecht kwarn. Aldus de anekdote
die in de familie warm wordt gekoesterd en doorverteld. Het lijkt me goed om hiermee
af te sluiten en een volgende keer iets over andere bossen te vertellen waarbij o.a. de
herkomst van de Ooievaarsweg ter sprake zal komen.
Jan Keuken (archiefmateriaal Annet Klomp-Keuken)