Bossen bij de Langereis.
Een woordje vooraf.
Gisteren een gesprek gevoerd met mijn opvolger Jaap van Beek. Hij is gelukkig bereid
gevonden de verzorging van ons infoimatieblad en het secretariaat van me over te
nemen. Een hele opluchting voor de stichting.
Jaaps belangstelling voor het verleden blijkt, net als bij velen, nogal gestimuleerd door
nasporingen naar eigen voorouders. Als men die stoffige archieven eenmaal durft te
betreden komt men ineens allerlei interessante zaken tegen die in het leven van het
voorgeslacht een belangrijke rol speelden. (En dat stoffige cliché slaat nergens op.)
Een van mijn naaste familieleden is dezelfde weg gegaan. Zij heeft al vele uren in het
regionale archief in Alkmaar doorgebracht waar zich tegenwoordig het grootste deel
van de oude Niedorper archiefstukken bevindt. Helaas nog niet alles.
Dat geïnteresseerde familielid is mijn zuster Annet uit Veenhuizen.
Zij graaft zich door stapels oude memories en akten, ontcijfert lastig leesbare teksten
en doet af en toe 'nieuwe' ontdekkingen. Soms moeten daardoor oude opvattingen over
ons verleden worden bijgesteld en dat is leuk. Dat hoort bij geschiedenis.
Ik heb op het ogenblik zelf nog veel te weinig energie voor al dat gespit.
De familie Hanedoes.
In ons Infoimatieblad van november 1993 schreef ik een artikel over het Hanedoes bij
de Langereis waarbij natuurlijk de nodige aandacht werd besteed aan de herkomst van
die bijzondere naam.
De familie Hanedoes, nakomelingen van de bekende landschapschilder Louwrens
Hanedoes (1822-1905) en zijn wat minder bekende neef Gabriël werd gevraagd naar
een mogelijke relatie tussen hun voorvaderen en de naam van de kleine buurtschap.
Daar wisten zij absoluut niets van, maar bij alle wetenswaardigheden die men toch
over de voorouders wist te vertellen was er één 'toevalligheid' die ik toen graag wilde
memoreren: Een Isaac Hanedoes was van 1704 tot 1733 dominee aan de Hervormde
kerken van Egmond-Binnen en Egmond aan de Hoef. En zijn dochter Cornelia trouw
de met een zekere Joachiem Veenhuizen.. Aldus werd verhaald.
Dat was wel heel merkwaardig. Veenhuizen ligt nu eenmaal opvallend dicht bij het
Hanedoes. Een verschil van hemelsbreed nog geen kilometer.
Naar aanleiding van dat artikel stuurde Kees Modder me indertijd het fantastische
streekverhaal 'de Hanestap' (info.blad juni '94). Het blijkt nu, dat daar toch iets waar
achtigs in verscholen lag: In een van de eerste regels wordt gesproken over 'een groot
bos de kant op van het gehucht Veenhuizen' en aan het eind van de legende zegt de
pastoor tegen een monsterachtige hond die de hoofdrol in het verhaal speelt: 'Satan,
luister; we brengen je nu een heel stuk het bos in; daar zetten we je af en daar blijf je.
Maar je mag ieder jaar een hanestap dichterbij komen...'
-26-