-25-
Aartswouder Vellen.
Met belangstelling heb ik in Informatieblad m. 19 het korte stukje gelezen over de
Aartswouder Vellen. Mijn grootvader van moederskant, Jan Vel (1850-1926), heeft
mij meermalen verteld, dat de Vellen van Groenland kwamen. Bijzonderheden
daaromtrent waren hem helaas verder niet bekend.
Als ze zich einde 16e of begin 17e eeuw in Aartswoud gevestigd zouden hebben, was
er allicht meer over hen bekend gebleven.
Van het bestaan van een Hollandse nederzetting op Groenland en dat gedurende
anderhalve eeuw, is mij niets bekend.
Wel heeft Groenland 500 jaar lang een vanuit IJsland gestichte kolonie gekend met
twee nederzettingen aan de westkust.
Die nederzettingen telden respectievelijk ca. 190 en ca. 90 boerderijen.
Het inwoneraantal van de kolonie heeft nooit meer dan 3000 bedragen.
Deze kolonie was gesticht aan het eind van de 10e eeuw en is na het jaar 1400 op
onverklaarbare wijze verdwenen. Klimaatverslechtering kan hierbij een rol gespeeld
hebben.
Ik neem aan, dat we de komst van de Vellen naar Aartswoud op eind 14e of begin 15e
eeuw moeten stellen.
J. Zwagerman
Geraadpleegde literatuur:
Een encyclopedie; Davies: Amerika voor de komst van Columbus; Günther: Das
Zeitalter der Entdeckungen.
Bijschrift:
Wat betreft de geslachtsnaam Vel is er in het oude standaardwerk van Johan Winkler
'De Nederlandsche Geslachtsnamen' uit 1885 te lezen, dat het ontlenen aan bepaalde
lichaamsdelen wel vaker voorkwam. Zo kennen we Vuist, Pols, Pink, Nagel, Hiel,
Voet, Scheen, Been, Tand, Kies, Borst, Bui(c)k, Maag(h), Hooft om er maar een aantal
te noemen, al of niet samengesteld met bijvoorbeeld De, Het, 't, Van of Van der.
Hele korte achternamen, eenlettergrepig, en slechts bestaande uit drie of vier letters
kwamen indertijd vnl. in Noord-Holland voor en wel benoorden het IJ, met name aan
de Zaan, in Waterland, Drechterland en Westfiiesland. Naast Vel zien we Kos, Pot,
Kas, Rol, Plas, Swan, Out, Bijl, Kaan, Saai en bijvoorbeeld Wit.
Een voorliefde voor korte voornemen was trouwens ook een kenmerk van onze
voorvaderen: Wim voor Willem, Cor voor Cornelis, Klaas voor Nicolaas, Jan voor
Johannes. Deze eigenschap hadden ze volgens Johan Winkler gemeen met de Friezen
van de Zuiderzeekust, onze oosterburen en oude stamgenoten.
Jan Keuken