zij waren ingeloot om in dienst van het land te treden. Op 2 april 1689 was de vloot
van vijftien schippers vertrokken naar Dordrecht.
Bij de Gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier te Enkhuizen scheen men de
namen van de vijftien Kolhorner schippers echter niet te hebben ontvangen, want het
Barsingerhomer bestuur schrijft: Wij zijn verwondert dat Uwe Edele de namen van
die ingelote Schippers tot nog toe niet hebt ontvangen, terwijl wij een pertinente
verklaring of lijste daarvan soo haast ons doenlijk was, binnendoor over Hoorn naar
U tot Enkhuizen hebben gezonden.'Of die daar niet teregte geraakt is(weten we
niet). 'Zo zal deze (nieuwe lijst) uwe Edele kunnen dienen in plaats van de eerste lijst.
De bewuste brief met de lijst van de Kolhorner Ligter-schippers laat ik hier in z'n
geheel volgen:
'Daar zijn dan ingeloot ten dienste van het landt op de tweede April 1689, om
aanstonds te vertrekken naar Dordrecht, de volgende schippers alle wonende op
Colhorn, met hunne Wijdt-Schepen, namelijk
Dirck Cornelis Droog
Reijnier Claasz Bas
A rij aan Jacobsz Staad
Claas Roelsz
Cornelis Arijaansz Aaijckes
Dirck Claasz Koeman
Jan Adriaansz Staad
Willem Cornelisz Liefhebber
Jan Gerretsz Jouwerman
-20-