-17-
kar voort te duwen. Lange Piet liep er achter en duwde de boom, Willem liep te duwen
tegen de kar zelf. Op de kar hun gereedschapsbak en soms maar enkele planken.
Ongeacht de omvang van de klus werd deze kar gebruikt. Als ik mijn ogen sluit dan
zie ik ze weer lopen. Natuurlijk zou ik met deze opsomming nog wel even door
kunnen gaan. Het zou te ver voeren in het kader van het verhaal over mijn jeugd. Het
wordt toch al omvangrijker dan ik bedoelde.
Mei 1936 ging ik naar de Openbare Lagere School. Het schooljaar begon toen nog niet
in september. Gedurende mijn schooltijd bleek ik een 'gemiddelde leerling' te zijn,
geen uitschieter, meer een zeven-mannetje. Van de schooltijd weet ik me niet meer
zoveel te herinneren. Het ging op school allemaal heel gedisciplineerd, ik leerde er
veel. Aardrijkskunderijtjes, de tafels van vermenigvuldiging, schoon schrijven, en nog
meer, het is me altijd allemaal bijgebleven. Ik heb er veel profijt van gehad.
Uiterst rechts op de foto uit 1940 mijn geboortehuis, waar ik tot mijn 17e jaar woonde.
Het was een groot huis met meerdere kamers beneden. Er was veel ruimte nodig in
verband met de praktijk en apotheek aan huis. Het huis was min of meer symmetrisch,
een lange gang in het midden en links en rechts de kamers, keuken, apotheek,
enzovoort. Van rechts naar links zien we verder allereerst de Doopsgezinde kerk, waar
ik, overigens zonder veel succes, catechisatielessen volgde bij Da. Rotfuss. Er werd
meer 'gekeet' dan geleerd. Tijdens een kerstviering voerden we een lekespel op,
hierbij was ik een Wijze uit het Oosten. In mijn herinnering waren de voorbereidingen
boven bij het orgel heel amusant. Helaas viel een medespeler, Fer Keulen, daarbij van
de trap. Hij kneusde daarbij beide benen, wat natuurlijk niet leuk was.
Naast het kerkgebouw de Doopsgezinde pastorie, waar in mijn jeugd aanvankelijk Ds.
Haars woonde en later aan de achterkant Da. Rotfuss met wat later in de oorlog haar
Een deel van 'onze buurt', omgeving Doopsgezinde kerk, in 1940.