-15-
De spelers van het b-elftal waren niet altijd even trouw bij het opkomen voor de
wedstrijden. We stonden meerdere keren incompleet in het veld. Voor dat, vaak
zonder afbericht, wegblijven kon ik, fanatiek als ik was, geen enkel begrip opbrengen.
Voor het spelen van uitwedstrijden moesten we vaak hele stukken fietsen. Andere
vervoersmogelijkheden waren er niet. Een fietstochtje naar Medemblik of
Wieringerwaard, om maar een paar uithoeken te noemen, was heel gewoon. Door het
slechte materiaal was pech met een fiets vaak meer regel dan uitzondering en de
uitstapjes konden mede daardoor aardig uitlopen in de tijd.
Aangezien het voetbalveld niet verlicht was trainden we in de wintermaanden in de
zaal van de "Prins Maurits". Het beperkte zich tot wat conditietraining. Rondjes lopen,
een balspelletje, en dergelijke. Echte baltraining was in de beperkte ruimte niet
mogelijk. Het ging er niet erg serieus toe, we gingen meer voor de lol heen. Het
leukste was misschien wel na afloop samen in het donker naar huis en dan belletje
trekken bij die mensen waarvan we wisten dat ze erop zouden reageren. Dan hadden
we succes!
De buurt waar wij woonden
Ik was niet alleen verknocht aan het dorp, maar ook gehecht aan het buurtje, waar we
met elkaar leefden en vaak veel, soms teveel, van elkaar wisten. De mensen om me
heen hielden me bezig door hun uitingen, hun gedrag, hun leefwijze. Ik denk dan
Het kampioenselftal van de seizoenen '41-'42 en '42-'43.
Achter v.l.n.r.: Wim Rempt, Piet Persijn, Jan Brouwer, Jaap Klaver, Dirk Kossen, Simon Davids en
Cor Koom (begeleider). Daarvoor gehurkt: Jaap Doom en Gert Kater. Zittend: Arie van Zoonen, Wim
Druif, Klaas van der Molen, Kobus van der Heide.