-14- lets meer over de voetbalclub. De voetbalclub beschikte over een veld waarop door de week de schapen van boer Bruin liepen. Ze hielden het gras weliswaar kort, maar de schapekeutels vormden een probleem. Ze moesten op zondagmorgen opgezocht worden. Dat lukte nooit volledig en menig voetballer ging met groene knieën naar huis. De wasgelegenheid was namelijk minimaal. In het houten gebouwtje, gebouwd in 1924, waren links en rechts de kleedkamers en in het midden stond de snoeptent van Toon de Soep. In elke kleedkamer was er langs de achterwand een lange zinken trog met daarboven enkele waterkranen met uiteraard alleen maar koud water. Douches waren toen nog volslagen onbekend. Vaak werden daarom de kleren meteen aangetrokken en de wasbeurt werd naar het eigen huis verplaatst. In elke kleedkamer stond in het midden een lange houten tafel. Soms lagen de helden languit op deze tafel om hun stramme spieren, er werd doordeweeks heel weinig getraind, met veel olie te laten masseren. Als kinderen vonden we dit heel indrukwekkend. We gluurden door het enige raam naar binnen om er getuige van te zijn. Voetbal was op zondag praktisch het enige vermaak en als de consul het terrein, in onze ogen absoluut onterecht, afkeurde dan waren de verwensingen niet van de lucht. Wat dacht hij wel. Hoe moesten wij de zondag doorkomen? Dacht hij daar niet aan? Er mankeerde toch immers niets aan het veld of het weer. Als het maar even kon ging ik altijd naar het eerste kijken, maar het liefst speelde ik zelf. Helaas kon dat in die tijd pas als je de 12-jarige leeftijd had bereikt. Wat was het een glorieus moment toen ik me voor de eerste keer in het zwart-geel kon hijsen. Eindelijk gerechtigheid! Bij het le elftal ging het niet altijd vriendelijk toe. Soms was er een vechtpartij, eens resulterend in een wilde achtervolging tot in de kleedkamer. Het gesprek van de dag. Sensatie! In 1962 werd het gebouwtje afgebroken, aangezien er in de tijd daarvoor nieuwbouw plaats vond. Als bestuurslid van de club ben ik, na terugkomst van Sumatra, daarbij betrokken geweest. Het hoeft nauwelijks betoog dat de voetbalvereniging veel voor mij betekent heeft. Ik heb er heel goede herinneringen aan. De voetbalvereniging trok veel spelers uit Oude Niedorp, van dit elftal kwamen er meerdere daar vandaan. Op de foto is te zien dat de voetbalkleding in die oorlogsjaren niet optimaal was. Als ik mezelf er uitneem dan zien we een gebreid geel kraagje op een zwart shirt (er zat oorspronkelijk een rode kraag op), een padvindersriem om mijn gewone broek om mijn middel te houden en bruine sportkousen aan mijn X-benen. De voetbalschoenen hadden toen keiharde stalen neuzen. Als je een trap tegen je been kreeg dan kon dat bijzonder pijnlijk zijn. Het gebruik van scheenbeschermers was wel aan te raden. Ik sta er op deze foto wel bij, maar ik deed, zeker het eerste jaar, niet altijd mee. Ik pendelde toen wat heen en weer tussen dit adspiranten a-elftal en het b-elftal.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1998 | | pagina 15