21
Het jaartal 1345 is bovendien interessant, omdat de Westfriese-
dijk omstreeks 1334 een stuk naar binnen werd gelegd. Het is
niet of nauwelijks aannemelijk, dat iemand het klooster wilde
verrassen met pas buitengedijkt land dat aan de zee werd prijs
gegeven.
De Winkeler made moest dus, tenminste gedeeltelijk, nog intact
zijn. Waar zou dat geweest kunnen zijn? Zeer waarschijnlijk in
het laagste deel en dat bevindt zich oostelijk van de grote bre
de kreekrug van het zogenaamde Gat van Bergen. Als een lang ge
rekte strook langs de zeedijk met een ietsje verbreding in het
Zoutkaag- en Weeregebied. Als we als scheidingslijn tussen 'hoog'
en 'laag' 1 meter onder N.A.P. hanteren (er liggen nu eenmaal
eeuwen van inklinking achter ons) loopt de lijn in het noorden
precies langs de Hoogsloot richting Kolhorn. En verder zo'n
beetje langs de OosterzwetslootBeide zijn op het kaartje niet
ingetekend om het beeld eenvoudig en overzichtelijk te houden.
Of de made, zoals wel beweerd wordt, in het Zoutkaag- en Weere
gebied moet worden gezocht, is heel goed mogelijk.Het feit, dat
daar de Mient oftewel de gemeenschappelijke gronden lagen kan
als een kleine voorlopige aanwijzing worden gezien. Maar als
het gebruik van de andere lage terreinen feitelijk dezelfde is
geweest, en daar ziet het naar uit, zou de hele strook annex het
buitengedijkte gebied tot Winkelmade hebben kunnen behoren.
Zoals het kaartje laat zien lag de weg tussen Winkel en Nieuwe
Niedorp waar het nieuwe gemeentehuis gevestigd is vrijwel midden
op de brede kreekrug. Wat dat betreft misschien de slechtst denk
bare plaats voor De Meet.
Aan de westelijke kant van de kreekrug lopen de terreinen van
Nieuwe Niedorp in een nogal grillige lijn afwaarts.
De grote inham noordoostelijk van 't Veld is in ons vorige info
nummer uitgebreid aan bod gekomen i.v.m. 'beetsen' en een prach
tige oude veerverkaveling die helaas teloor is gegaan.
Er niet ver vanaf, zuidoostelijk van 't Veld, is er richting Wes-
terweg ook sprake van een
soort inham, zij het wat
minder uitgesproken.
Het kostte kennelijk toch
nogal wat moeite om dit
relatief diepere deel in
exploitatie te nemen en
enigszins droog te houden.
De kavelvormen waren tot
voor kort zeer onregelmatig
en staken duidelijk af bij
de noordelijke en zuidelij
ke percelen.
Ook hier hadden we m.i. te
maken met oorspronkelijk
werk van voor de inpolde
ring omstreeks 1500.