14
Het 'agrarische wereldje' om ons heen.
In het dorp waren vroeger verscheidene boerderijen. Terug
kijkend kom ik tot minstens een stuk of 15. Dat betekende na
tuurlijk, dat in het dorp 'agrarisch verkeer' was.
Niet alleen maar hooiwagens, maar ook mestkarren reden langs;
de boeren hadden hun land niet altijd alleen maar achter de
boerderij liggen. Dat rook natuurlijk niet zo lekker.
Verder boeren op weg om de koeien te melken, de melkwagen van
de zuivelfabriek om de melk op te halen, wagens met veevoer
enz. Voor het markten van de dieren (naar Schagen of Purmerend)
reden er veewagens die voor dag en dauw de dieren ophaalden.
Als kind vond ik het boerenleven wel interessant, zij het op
een afstand. Mee naar het land om hooi te laden en het op te
slaan in de hooiberg was natuurlijk leuk. 's Middags de koeien
ophalen uit het land voor de melkbeurt en het malen van bieten
om ze te voeren konden er ook mee door. Wanneer de woorden mest
en de stal uitmesten ter sprake kwamen dan werd het al minder.
Uit onze buurt mochten de kinderen vaak mee met de hooiwagen van
Piet of Dirk Zwagerman. Het hooi werd op het land met touw om
spannen. De wagen was plat en had aan de achterkant een klep
die neergelaten kon worden. Het paard trok de hooirook via de
klep op de wagen. Er gingen slechts enkele hooiroken op de wagen.
Op de boerderij werd het hooi, het touw zat er nog steeds om,
naar boven gehesen. Pas in de hooiberg ging het touw er af.
De verhouding met de boeren was niet altijd even vriendschap
pelijk. Als we het gras in het land plat trapten bij het eieren
zoeken of bij het slootje springen, dan zwaaide er wel eens wat.
In ons dorp hield men zich voornamelijk met veeteelt bezig.
De verbouw van graan in de loop van de oorlog vond plaats onder
dwang van de bezetter. Rammelde er vroeger wel eens een 'dors-
kast' door het dorp op weg naar o.a. de Groetpolder, in de veer
tiger jaren stopte de karavaan ook wel eens in het dorp.
Voor kleine jongetjes ook weer iets dat de nieuwsgierigheid
wekte. Zo was er altijd wat.
Kermissen en uitvoeringen.
Pinksterkermis was op het kerkplein bij het ene café, 'De Roode
Eenhoorn'. Schutkermis, begin september, bij het andere café,
'De Prins MauritsDe kermissen waren heel eenvoudig van opzet,
de attracties beperkten zich meestal tot een zweefmolen, een
schiettent, een snoepkraam, een viskraam en een ijsboer.
Beide kermissen duurden drie dagen, zondag, maandag en dinsdag.
De opbouw van de kermis hield me bezig. Ik stond er graag bij
te kijken. Als kind hoopte ik altijd, dat mijn grootouders,
ze woonden resp. in Barsingerhorn en op De Gouw, zondags langs
zouden komen. Dat betekende altijd wat extra kermisgeld.
Voor de oudere dorpelingen speelde de kermis zich grotendeels
af binnen de muren van het café. Er werd alle dagen gedanst
(er was altijd live muziek)er werd tamelijk veel, soms erg
veel gedronken en er kon gebiljart worden (o.a. 'vlotbruggen')
om prijzen. Een speciale betekenis had de dinsdagochtend.
Je had dan vanaf 10.00 uur 'het eerste deuntje'.