13 Naast wat er allemaal te beleven was op de dorpsstraat, was er ook veel aandacht voor de boerenstand om ons heen. Rondom het dorp en ook in het dorp waren heel wat boerderijen. Het waren hoofdzakelijk veeteeltbedrijven. Naar de huidige normen gerekend waren het vrij kleine bedrijven met een bescheiden aantal hectares land en een niet al te grote veestapel. De stal en het woonhuis waren meestal onder hetzelfde dak gesitueerd. Het land bij de boerderijen lag hoofdzakelijk achter de behuizing. Ondanks dat de bedrijven niet groot waren, hadden de meeste boeren toch een 'boerenknecht' in dienst. Vaak woonde die met zijn gezin in een kleine woning naast de boerde- rij Wat ik hiervoor allemaal opnoemde is grotendeels weg. Veel win kels zijn er niet meer en de boerderijen zijn ook verdwenen. Er is maar weinig voor in de plaats gekomen. Jammer, want het aan zien van het dorp is daardoor sterk veranderd. Naast de straat, etc. hadden we natuurlijk tijd genoeg voor al lerlei spelletjes. Bij het spelen was er duidelijk sprake van seizoenen. Het was afwisselend hinkeltijd, knikkertijd, hoepel- tijd, bokspringtijd, touwspringtijd voor de meisjes enz. Waar het vandaan kwam wist niemand, maar ineens was 't bijv. knikkertijd. Soms overdag, maar vooral op mooie zomeravonden, kwamen veel kinderen naar de schuin tegenover ons huis gelegen speeltuin. Er werd niet alleen met de speelattributen gespeeld, maar vaak speelden we 'Schuilzoek' of 'Vrijbuut'. Helaas duurden de avon den voor ons nooit zo erg lang, want al was het 's avonds nog zo warm, we moesten op tijd naar bed. Dat kleine kinderen zoals nu tot laat in de avond buiten spelen was vroeger ondenkbaar. Kinderen hadden hun nachtrust nodig! Een geliefde bezigheid, vooral in het voorjaar, was het klimmen in bomen. We haalden dan vaak nesten uit. Laat de tegenwoordige vogelwerkgroepen het niet horen. Nesten van kraaien en eksters waren favoriet, maar ook de nesten van kleinere vogels waren niet veilig. Veel jongens hadden thuis een doos met zaagsel met daarin uitgestald de uitgeblazen eieren. Om de verzameling zo compleet mogelijk te krijgen was er een levendige ruilhandel. Daarnaast zochten veel jongens in het voorjaar kievitseieren of eieren van wilde eenden. Toen ik wat ouder begon te worden meende ik soms iets te moeten verdienen. Veel gelegenheid was daar niet voor. Ik kon gaan aardappels rooien (nog met een schopje)veel leuker was het om bessen te gaan plukken in de tuin van Harry Kanis. Veel leverde dat niet op, maar we vermaakten ons geweldig met de lorrie op het smalspoor door de tuin en het elkaar bekogelen met onrijpe kruisbessen, kleine appeltjes of peertjes. Daarbij moesten we de baas natuurlijk wel in de gaten houden. Als we betrapt wer den konden we meteen vertrekken. Aangezien er vroeger op de dorpen weinig sporten werden beoe fend werd ik al op jonge leeftijd lid van de gymnastiekvereni ging. Door de week ging ik een keer naar gymles en elke winter was er een uitvoering. De lessen en de uitvoering vond plaats in de zaal van café 'De Prins Maurits'.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1997 | | pagina 14