Woord vooraf bij "Mijn Jeugdjaren In Nieuwe Niedorp"
door W. J. Rempt te Heerhugowaard.
Mijn jeugdjaren in Nieuwe Niedorp.
Al weer een paar jaar geleden ontving ik van Wim Rempt het gedeelte
van zijn lévensbeschrijving, dat gaat over zijn jeugdjaren in Nieuwe Niedorp.
Dit uit erkentelijkheid voor de door mij beschikbaar gestelde foto's ter
illustratie van het door hem geschrevene.
Er werd mee ingestemd, dat enkele voor een bredere lezerskring geschikte
hoofdstukken in ons infoblad geplaatst zouden worden.
Gezien de aardige verteltrant konden er met een enkele aanpassing, een
aantal hoofdstukken worden samengevoegd tot een voor onze lezers interessante
beschrijving van Nieuwe Niedorp zon zestig jaar geleden.
W.J. Rempt is in 1929 geboren te Nieuwe Niedorp.
Hij woonde met zijn ouders en zusters Anny en Greet in de woning Dorpsstraat
151 naast de Doopsgezinde kerk. Zijn vader was daar gevestigd als dierenarts.
Vanwege de benoeming van de heer Rempt Sr. tot directeur van de Provinciale
Gezondheidsdienst voor Dieren, vertrok het gezin Rempt in het voorjaar van
1947 naar Alkmaar.
Wim was toen 17 jaar oud.
In september 1958 kwam hij, al eerder gehuwd zijnde, weer in het dorp terug.
Het jonge gezin Rempt woonde toen aan de andere kant naast de Doopsgezinde
kerk, in de pastorie.
In de zomer van 1961 verlieten ze Nieuwe Niedorp om zich elders te gaan ves
tigen.
A. Wit
Tijdens mijn jeugdjaren moesten wij ons grotendeels vermaken in
het dorp, wat in het algemeen uitstekend gelukte.
Wat was er dan allemaal wat mij in mijn jonge jaren bezig hield?
Het dorp was b.v. veel levendiger dan nu. Er was in de
dorpsstraat altijd wel wat te zien. Er waren toen veel winkels.
Op weg van huis naar school kwam je langs drie kruidenierszaken,
twee bakkers, een slagerij, een kleine bottelarij, een smederij,
twee kapperszaken, een zadelmakerij, een potten- en pannenwinkel
een fietsenmaker, een schoenmakerij, een manufacturenwinkel en
een café. Ook het badhuis en het brandspuithuisje lagen op de
route.
Daarnaast waren er een aantal rijdende zakenlieden langs de weg
met hun karren, transportfietsen e.d. Natuurlijk ontbraken paard
en wagens ook niet. Soms van de boeren, maar ook van enkele mid
denstanders. Een wel heel bekende was Cor Wit (bakker Knor)Hij
ventte met brood in het dorp. Hij was een 1 dorpsfiguurGevleu
gelde uitspraken van hem blijven me altijd bij. Enkele van zijn
gezegdes mogen niet onvermeld blijven.
Tegen een klant die op een dag weinig van hem kocht: 'Krijg je
gasten?' Tegen iemand anders: 'Betaal je nu of in paaiementen (in
termijnen)
Of op een andere keer: 'Moet je nog brood of vreet je niet meer?'
en dat alles in het Westfries.
Behalve deze bakker waren er meer dorpsfiguren. Ze allen hier be
spreken zou veel te ver voeren. Een paar ervan komen we verder
in het verhaal vast nog wel tegen.