Grote landbouwmachines en stapels pallets onderstrepen de alles overheersende agrarische
bedrijvigheid.
Juist op dit punt was die zogenaamde val- of ophaalbrug die lang geleden de interessante naam
droeg 'de Beytsche brug', (soms in de leggers van 't lantschot geschreven als Baeyse of Bueyse
brug).
Deze naam suggereert een oude Friese naam voor beek, nl. 'beets'. Beets kennen we natuurlijk
als een aardig Noord-Hollands dorpje en Beetsterzwaag in Friesland zal ook wel niet helemaal
onbekend zijn. De naam schijnt nog tamelijk veel voor te komen volgens het handboek Water
namen in Friesland (K.F. Gildemacher), alleen vreemd genoeg weinig in Friesland zelf. Bij
Oosterbierum komen we trouwens wel een schrijfwijze tegen die veel op Beyts lijkt, nl. Beynts.
Toch zou er misschien nog ruimte zijn voor twijfel als we niet in het verpondingsboek (nr.
1540) de gebiedsaanduiding 'in de Beesen' waren tegengekomen en wel ter hoogte van de
Kampen en de Westerweg. Om precies te zijn 'het saetlant in de beesen bij het eerste erom'.
Beesen kunnen we al makkelijk als beetsen lezen. Eén lettertje raakte men in de loop van de
tijd al licht kwijt. Bochten in wegen werden hier indertijd crommen genoemd en de Westerweg
had er verscheidene. Het mooie bochtige stuk tussen de eerste knik en de huidige Hartweg is
zo veel mogelijk gelegd op de min of meer stevige rand van een oude kreekrug, ook nog
horend bij het Gat van Bergen De twee eerder genoemde beekjes uit de omgeving van het
Winkeler en Niedorper Zand stroomden hier naar het westen door een betrekkelijk laag gebied,
een soort inham die ongeveer tot de Oosterweg reikte. De lage ligging en de afvoer van regen
water zorgden hier eens voor constante nattigheid.
De brug bij de Oosterkampen in zijn laatste jaren. Op de brug boer Wit van de naastgelegen boerderij, met het
land in de vergeten Beesen. Aan de slootkant zijn zoons Wim en Nico in het nette pak. Misschien is het zondag.