- 27 -
Een honderdjarige smederij op Terdiek.
Het begin
Jan de Geus als enige zoon van Pieter de Geus woonde oorspron
kelijk aan de Zuiderweg in Oude Niedorp. Pieter verdiende de
kost als kastelein, brandstof fenhandelaarmarskramer en hij
deed in verzekeringen. Jan was 21 jaar toen hij in 1896 als smid
begon. Hij trouwde met Trijntje Bood van de Langereis. Ze was er
één van negen. Op de foto is te zien, dat er in de oude smederij
ook een woongedeelte was. De linkerkant was ingericht als woon
kamer/keuken met bedsteden en boven was de slaapplaats van de
kinderen: de tweeling Hark en Pieter en Jannetje. Bovendien wa
ren er boven twee blaasbalgen opgesteld om het smidsvuur aan te
wakkeren en ook de handelsvoorraden lagen daar opgeslagen.
In 1912 liet Jan links van de smeder ij een groot nieuw huis bou
wen waarbij Jannetje de eerste steen mocht leggen. Er kwam nu
ruimte om naast de smederij een wagenmakerij te vestigen.
Er werden nu complete landbouwwagens gemaakt, maar ook luxe
tilbury's, tweewielige rij tuigen met veren. Deze zogenaamde kerk-
koetsen werden tot in Zeeland verkocht en gemerkt met slaglet-
ters in de wielassen 'De Geus Terdiek'.
In later tijd kwamen nog wel eens koetsen voor reparatie terug
naar Terdiek die herinnerden aan het werk van Jan.
Vroeger werd het verkeersbeeld bepaald door allerlei soorten
koetsen en landbouwwagens die door paarden werden getrokken.
De houten wielen werden voorzien van een slijtvaste laag, een
dikke stalen strip die de smid er omheen moest leggen, het staal
was een millimeter of acht dik en moest eerst door twee vuren
kersrood worden gestookt om het ijzer uit te laten zetten. Daarna
werd het aangebracht om het houten wiel dat in een kuil voor de
deur van de werkplaats lag. Zodra de hete band bevestigd was
moest er met gieters water gekoeld worden om de band te laten
krimpen zodat deze goed om het houten wiel paste.
Toendertijd werden metalen platen en profielen aan elkaar gemaakt
door het zgn. vuurlassen of klinken. Ook werden veel koetsonder
delen, wieders schoffe1s en harken met de hand gemaakt. Het me
taal werd in het vuur witheet gestookt en met zand bestrooid.
Daarna werd het vlug uit het vuur gehaald en op het aambeeld aan
elkaar of in de gewenste vorm geslagen.
Jan de Geus was tevens hoefsmid en daartoe stond in de smeder ij
een travalje, waar de paarden in vast werden gebonden als ze
van nieuwe hoefijzers moesten worden voorzien.
Bij de sloop van de oude smederij in 1968 is de traval je met wat
smeedtangen e.d. door ons geschonken aan het Zuiderzeemuseum in
Enkhuizen, waar deze nu nog is te bezichtigen.
Het vervolg
Zoon Hark trouwde in 1927 met Aafje Wilms, bakkersdochter uit
Kolhorn. Toen huis en schuur van timmerman Kind rechts van de
smederij te koop kwam, waagde hij de sprong om de zaak van vader
over te nemen. Als rijwielhersteller had hij al actief meegewerkt
en verder bekwaamde hij zich bij derden op andere terreinen.
De opkomst van leidingwater, stadsgas en electriciteit in woon
huizen en veestallen was een bron van veel werkzaamheden.