k
Rf
4
- 26 -
een verkorte maliebaan, met twee min of meer traditionele
palen, maar zonder poortje in het midden. Bij malie was een
paal het einddoel, nu werd er 'via' een paal geslagen, wel
licht geinspireerd door het biljartspel.
Aanvankelijk werd er nog gespeeld met de bekende colfstokken
en ballen, maar een en ander werd aangepast aan de eisen
van de korte baan. Zo werden de ballen zwaarder en kwam de
grotere kliek in plaats van de compacte slof.
aar 1800 waren
Zo tegen het j
er in Holland
350 kolfbanen,
veer de helft
De hele
gang van
Utrecht wel
onge-
en
waarvan
overdekt.
18e eeuw laat de op-
het kolfspel zien,
maar toch vooral in het wes
ten van ons land. Heel gelei
delijk neemt de belangstel
ling in de vorige eeuw weer
af. De invoering van de gum
mibal veranderde daar weinig
aan. Veel van de overdekte
banen werden verbouwd tot
toneelzalen waarbij soms de
kolfbaan wel mocht blij ven
liggen, maar het lichten en
terugleggen van de houten
vloer toch zoveel moeite
kostte dat het uitstel van
executie betekende. In onze
omgeving gebeurde dat betrek
kelijk laat en dat betekent
dat allerlei nog bestaande
toneelzalen, van De Roode
Eenhoorn tot De Fortuin in
Barsingerhorn zijn gevestigd
op en om oude kolfbanen, ook
al is er niets meer van te
zien
Literatuur
Colf Kolf Golf/ Van middeleeuws
volksspel tot moderne sport.1982
Madoc/ Tijdschrift over de middel
eeuwen juni '96 Annemarieke
Willemsen 'Van allen spele'
Jan Keuken
HET KOLFSPEL, EN HOE HET GESPEELD WORD!
eerste -
slag
130
^5^
i i
120
i
i
i
i
i
i
3 1
i
I
I
l
4 1
1
1
l
5
6f
-W-A—
li
1/
k tweede-
1 jlciy
i
1
3
t
5
6
derde
slag
k
2
t
3
4
5
6
7^-
l!
1?
v—
Beschrijving van het kolfspel
Spel
Bij hei kolven kan een team
(een korps) en een persoon win
nen. Er zijn korp.sprij.zen en per
soonlijke prijzen. Daarnaast zijn
er bijzondere prijzen als junior-,
dag- en poedelprijzen.
Een korps bestaal uit drie perso
nen, die vijfmaal een combinatie
van drie slagen (de uitslag, de
opslag en de puntenslag) doen.
Bij de puntenslag kunnen
maximaal 12 punten behaald
worden. In totaal kan één per
soon dus 5 x 12 60 punten
halen; een korps kan 3 x 60
180 punten halen. Het korps of
de persoon met het hoogste
aantal punten wint.
De wedstrijden worden hetzij
niet sajet-, hetzij met gummi
ballen gespeeld.
De uitslag
De speler legt zijn bal naast de
voorpaal en slaat met zijn kolf
stok (kliek) de bal naar de ach-
terpaal. Raakt hij de paal, dan
mag hij de bal naar eigen keuze
op de cirkelomtrek in vak 6 leg
gen.
De opslag
De bal wordt nu via de achter-
paal geslagen in de richting van
de voorpaal. De puntenslag
wordt gedaan vanaf de plaats
waar de bal is stil komen te lig
gen.
De puntenslag
Dit is een slag, via de voorpaal,
in de richting van de achterpaal.
Hoe verder de bal komt des te
meer punten; als de bal echter
terugspringt via de achterkant
(het rabat) van de baan vermin
dert het aantal punten! Het
nummer van het vak (1-12),
waar de bal tot stilstand komt,
bepaalt dit aantal.
De uitslag en de opslag dienen
om de bal op een min of meer
onvoorspelbare positie, waarbij
de beide palen en de wanden
een rol spelen, in de baan te
brengen; daarna is een uiterst
beheerste puntenslag nodig om
een zo hoog mogelijk aantal
punten te scoren.
Dit zijn de basisregels van het
spel, daarnaast zijn er een aantal
detail-regels die het spel nader
regelen.