- 22 -
Volgens één van de bekende versies werd de partij gespeeld
met houten ballen en twee partijen die om de beurt hun eigen
bal vooruit sloegen. Om te beginnen vanaf het Rechthuis in
Loenen tot tegen de keukendeur van de Kronenburg.
Men veronderstelt dat dit de deur moet zijn geweest waaruit
Gerard van Velsen op de 26e tevoorschijn kwam.
De spelers en toeschouwers werden hier vanaf de torentrans
getrakteerd op appels (mogelijk vagelijk verwijzend naar de
vroegere ver ded i gingHier na ging de wedstrijd verder langs
de Vecht naar de molen die tot het Heerlijk bezit hoorde.
Ook hier moest de bal tegen de deur worden geslagen.
Vervolgens gingen beide part ij en af op het Huis te Velde
het tweede kasteel van Loenen waar wederom de deur het
moest ontgelden. Volgens sommige verhalen werden ook hier
appeltjes verstrekt. Het laatste traject liep terug naar
het Rechthuis waar het einddoel zich laat raden.
De eerstaankomenden konden rekenen op een vat bier van de
Heer van Kronenburg.
Men kan zich voorstellen dat bij deze sportieve rondgang
nog wel eens wat ruiten sneuvelden en het een en ander
beschadigd werd. Dat kon de pret niet drukken want alle
Heren van Kronenburg vergoedden jaar in jaar uit ruimhar
tig alle schade. Er was dus weinig reden om aan deze folk
lore een eind te maken.
De baan of het slagveld als je het zo mag noemen had een
totale lengte van zo'n viereneenhalve kilometer en men
heeft aangetoond dat zo'n honderd meter per slag heel goed
mogelijk moet zijn geweest, al zullen de weersomstandigheden
een belangrijke invloed hebben gehad. Het record was naar
verluidt 51 slagen. Dat zou nog wel eens te maken kunnen
hebben met een z.g. 50 - slagenwedstrijd bij het huidige kolf
spel.
Het is waarschijnlijk, dat bovengeschetst spel niet. zomaar uit
de lucht is gevallen maar in een daarop gel ij kende vorm al
een tijd bestond en zelfs populair genoeg was om er een pas
sende herdenking mee op touw te zetten.
Noch op gheenen kerchoven of in kercken.
In de 14e eeuw zien we dan in een keur van de stad Brussel
de negatieve kant van het colfspel belicht in een enkele zin
snede: 'wie met colven tsolt speelt) es om twintich
scellinge oft op haar overste cleet' wat zoveel inhield als
20 schellingen boete voor het colfspelen of anders je jas
afgeven (tot je hebt betaald).
Vooral binnen de steden leidde het colven tot voortdurend
glasgerinkel waarbij gebrandschilderde ramen niet werden ont
zien en allerlei verwondingen aan voorbijgangers.
Het aantal verbodsbepalingen nam toe naarmate de schade toe
nam. Men leest over de goede luyden die beseert werden, te
gen haar lijff en benen aangeslagen, de glaesen die werden
uytgesmeten, over slick en vuylnis die tegen huysen worden
gesmeten, over het vertrappen van gras en gewas en koeien
die verjaagd werden.
In de 15e eeuw hebben een veertiental steden in Holland,
Zeeland en Vlaanderen in hun stadswetten het colven opgenomen.
Holland neemt daarbij de helft voor zijn rekening, Utrecht een
paar en Zeeland en Vlaanderen beide twee.