- 17 - 2. het klimmen op of hangen aan rij- of voertuigen; 3. het scheltrekken of beldeur spelen; 4 het beschadigen van en kladden, schrijven, krassen, verwen of teeren op eens anders gebouwen, muren, hekken, borden,palen, r ij tuigen en dergel ij ke voorwerpen. Art. 97. Schippers of bestuurders van vaartuigen of van houtvlot ten, zullen de ophaalbrug te Lutjewinkel, wanneer zij die gesloten vinden en daaronder wegens te hoogen waterstand niet kunnen door varen -zelve moeten doen ophalen en na er te zijn doorgevaren, on middellijk met de meeste behoedzaamheid neerlaten en met de gren dels te sluiten. Art. 98. Niemand zal eenig vaartuig of houtvlot in de opening van die brug mogen laten stilliggen. Dze brug zal, wanneer daartoe geene aanleiding bestaat, door niemand mogen worden geopend of ontgrendeld Art. 99. Wanneer twee of meer vaartuigen in de nabijheid van die brug elkander van de tegenovergestelde richting naderen, zal, wanneer de strijkmolens en het stoomgemaal water uitmalen, de stroomopwaarts varende schipper vóór de brug op zij de gaan en stilhouden en het stroomafwaarts varende vaartuig het eerst moe ten laten doorgaan, waarna de eerste de brug zal mogen doorgaan en verplicht zijn de brug weer neer te laten en vast te leggen. Art. 100. Het is verboden anders dan met geheel gestreken zeil met zeilschuiten te varen langs of naast de rijwegen te Lutjewin kel en voorzoover de rijweg loopt langs de algemeene vaarsloot tusschen de Hooge - en de Meidenbrug in het dorp Winkel. ingezonden door K. Visser uit Winkel Op deze foto is de houten ophaalbrug al lang verdwenen, maar de Mient- sloot is er nog, althans voor korte tijd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1996 | | pagina 18