De vergeten Vereeniging uit Winkel.
Een eigenaardig karakter.
Zo'n anderhalf jaar geleden schreef ik een stukje in ons blad
(nr.23) naar aanleiding van een fraaie oorkonde die toevallig
in mijn bezit kwam, een niet ingevuld getuigschrift van de
'Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Holland's
Noorderkwartier'. Het werd een artikeltje met de nogal sugges
tieve titel 'Over boeren, bedrog en boter' dat vnl. gebaseerd
was op een uitgave van de 'Algemeenen Nederlandschen Zuivel-
bond' in 1926 over de Nederlandse botercontrole
Wat een nieuwsgierig mens al niet leest.
In het boek werd genoemde vereniging met grote waardering
genoemd, omdat ze veel zou hebben bijgedragen tot de verbete
ring van de zuivelbereiding, met name in Noord- en Zuid-Holland.
Vragen over deze in 1871 opgerichte Winkeler vereniging met
haar uitgebreide werkterrein leverden binnen onze gemeenschap
vrijwel niets op, terwijl ze toch, volgens betrouwbare berichten,
tot in de veertiger jaren bestaan zou hebben.
Kennel ij k geruisloos verdwenen en vergeten.
Intussen kwamen me diverse artikelen onder ogen, o.a. in oude
jaarboeken van het Westfries Genootschap, waarin gewag werd
gemaakt van een nogal fameuze groep herenboeren die zich op
diverse agrarische terreinen buitengewoon verdienstel ij k had
g emaakt
Het elitaire karakter van dit gezelschap werd elke keer met
nadruk genoemd en met de nodige voorbeelden geïllustreerd.
De bestuursleden zouden typische vertegenwoordigers zijn geweest
van wat men noemt 'de gezeten boeren met een liberale en vrij-
zinnig hervormde levensovertuiging'. Ze vervulden, naast het
leiding geven op de boerderijen, allerlei maatschappelijke func
ties, waar ze ook alle tijd voor namen. Zowel in hun Vereeni
ging, als in de burgerlijke en kerkelijke gemeenten, in water
schappen, de Provincie, tot zelfs in de Eerste Kamer aan toe.
Dat ze ook wel deel uitmaakten van het bestuur van de Holland-
sche Maatschappij van Landbouw zal dan niemand meer verbazen.
Als deze mensen iets gedaan wilden krijgen gingen deuren haast
vanzelf open. Men kende elkaar en men wist de weg.
Men bemoeide zich met alle mogelijke kanten van het boerenbe
drijf. De enkele uitzonderingen, waar men bijzonder weinig of
helemaal geen aandacht aan schonk zijn ook tekenend: zo was er
nauwelijks enige belangstelling voor de tuinbouw en geen in
teresse voor het zogenaamde landbouwkrediet. Een boerenleen
bank lag nog ver buiten hun gezichtsveld. Men was kapitaal
krachtig en wilde dat weten ook.
Zo werd er zo'n eeuw geleden een voor die tijd zeer hoge con
tributie gevraagd van 10,-. Een voorstel om dat bijvoorbeeld
tot 3,~ te verlagen werd door de toenmalige voorzitter
jonkheer mrP. van Foreest afgewezen met de woorden, dat
het 'eigen-aardige' karakter van de Vereeniging dan verloren
zou gaan.