- 27 - - Als slaaplaats kreeg ik een kamer met ledikant op de grote zolder, kil en donker. Met ogen mat van tranen sliep ik ten slotte toch in, na een dag vol angst en emoties. En zo was dan een nieuw hoofdstuk in het leven begonnen. Een leven van werken en zorgen. Het werk bij de familie Stuten was zwaar, ik was ingehuurd als grote dienstbode en dat werd ondanks mijn tengere postuurtje, ook van mij verwacht, 's Morgens van bed,eerst het kantoor opknappen voordat de klerk kwam. 's Winters de kachel opstoken en de olielampen schoonmaken en vullen, daarna het huiswerk en maandags de was. Mevrouw hield zich meestal bezig alleen met het eten, van het werk in huis had ze weinig verstand en dat huiswerk liet ze dan ook meestal geheel aan mij over want ze had wel gauw gemerkt dat ze me weinig hoefde te leren. De heer en mevrouw Stuten waren deftige mensen afkomstig uit Den Haag. Hun hele leefwijze was dan ook geheel anders dan wat ik gewend was op het Noordeinde van Oudkarspel. De eer ste de beste dag werd een blauw katoenen dienstbodejapon en een wit schort en mutsje aangeschaft, de 'baas en mevrouw' werden voortaan als meneer en mevrouw aangesproken, maar och dat viel wel mee Het meest vernederende was echter dat ik niet in de kamer mocht eten, maar alleen in de keuken moest eten, bij twee honden, waarvan de grootste steeds zat te grommen en me on ophoudelijk vals zat te beloeren en me steeds grote angst be zorgde. Het kreng zat altijd onder tafel en bij de geringste beweging met m'n voeten begon hij gemeen te grommen en liet zn tanden zien In de keuken stond een heel groot kolenfornuisdat vaak schoongemaakt en gepoetst moest worden, en dan was er in huis zelfs een badkamer met een echte badkuip, een ongewone luxe in die dagen. Maar die mooie badkuip betekende wel veel werk voor de dienstbode, want om een bad te nemen moest eerst op het fornuis water gewarmd worden, dat moest in het bad ge daan worden en na afloop moest alles weer schoongemaakt wor den. - Vaak kwamen er gasten of logés uit Den Haag. Dan moest alles in orde gemaakt worden, het tafelzilver gepoetst en het servies klaar gezet en als de gasten aan tafel zaten, moest ik ze bedienen. Maar de volgende dag moest al het linnengoed weer gewassen en gestreken worden, het servies goed en glazen gewassen en het zilver weer gepoetst. Dan had ik een hele drukke dag. - Achter het huis was een grote tuin voor groenten en vrucht bomen en heel achter stonden twee walnotenbomenNaast het pad langs de Doopsgezinde kerk stond een wagenhuis en op dat dak was een ooievaarsnest. Ieder voorjaar kwamen de bewoners hun nest weer opzoeken en maakten dan een groot kabaal met hun geklepper. De mooiste dag was echter wel de dag dat ik weer eens naar huis mocht, dat gebeurde niet zo vaak, eens in de zoveel weken, want Oudkarspel was ver. Maar een dagje te gast naar moeder was een feestdag. Lopende van Nieuwe Niedorp naar het Noordeinde, heen en terug. Het rieten mandje werd dan volgepakt met allerlei spullen, vaak wat gebruikte kleren van mevrouw, soms ook wel een lap je stof of wat etenswaren..

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1996 | | pagina 28