- 26 -
Het leven en werken van de familie van Jan de Wit.
Een enkele keer krijgt het secretariaat een boekje toe
gestuurd met de vriendelijke vraag of we daar wat reclame
voor willen maken.
Zo ontvingen we een aardige biografische streekroman met
bovenstaande titel, geschreven door J.G. Jonker uit Sint
Maarten, uitgegeven door 'de Coogh' in Bergen en o.a. ver
krijgbaar bij verschillende boekhandels in Langedijk en om
geving. Natuurlijk is het in de eerste plaats interessant
voor familieleden, maar het stijgt daar toch ver boven uit.
Met genoegen en uiteraard toestemming van de uitgever)
nemen we hier een stukje over dat met Nieuwe Niedorp te
maken heeft en een scherp tijdsbeeld oplevert:
- Het was in 't voorjaar van 1897, moeder was weer eens
te bakeren en Maartje deed de huishouding en ik zou net
naar mijn werkhuis gaan, toen er een man aan de deur kwam.
Hij stelde zich aan Maartje voor als de klerk van de Rijks
ontvanger uit Nieuwe Niedorp. Zijn baas zocht een nieuwe
dienstbode en daar hij gehoord had dat ze bij Jan de Wit
een paar dochters hadden, kwam hij vragen of er misschien
een van hen daar in betrekking wilde komen. Het waren
mensen zonder kinderen, hij had een goede betrekking en ze
zou het er heel goed hebben.
Maartje had er wel oren naar en toen de man vroeg wanneer
ze wilde komen zei Maartje "Nee, ik kom niet, ik doe hier
de huishouding, maar mijn zusje hier", en ze wees naar mij,
"die kan wel komen". Maartje groot en sterk en ik klein
en tenger, dus dat was niet helemaal de bedoeling van de
man. Maar Maartje had al resoluut besloten: "Hier Neeltje,
die ken wel komen, ze is nog wel jong en klein, maar ze ken
al pittig werke".
En op de vraag van de man wanneer ze dan wel kon komen zei
Maartje: "Nou, ze ken vanmiddag wel kome". Aldus besloten.
"Ga jij maar effe naar Harmen Kramer te zeggen dat je niet
meer komme, dan zal ik je spulle voor je klaar zoeke en dan
zal ik je vanmiddag wel weg brenge"Dus zonder dat vader
of moeder er wat van afwisten, werd ik als kind van nog maar
twaalf jaar door Maartje als dienstbode verhuurd aan vreemde
mensen in het verre Nieuwe Niedorp.
Diezelfde middag gingen we op pad, van het Noordeinde langs
de Laanderweg naar Verlaat en dan verder naar mijn nieuwe
bestemming. Eindelijk bereikten we de woning van de Rijksont
vanger. Een groot huis, halverwege Nieuwe Niedorp, naast de
Doopsgezinde kerk. Beide bestaan thans nog, het huis was in
1977 bewoond door dierenarts Van der Kolk.
We klopten aan en in de deur verscheen een vreemde mevrouw.
Maartje deed het woord: "Hier is mijn zusje, die komt hier
in betrekking". We moesten binnenkomen in de keuken.
"Zo, zo, dus jij bent het nieuwe meisje", zei ze tot Maartje
want de mevrouw was nog in de veronderstelling dat die
grootste haar toekomstige dienstbode was.