Een rantsoen stro, een heel beetje hooi en verder kortvoer, daar moesten de koeien het mee doen. En dat krachtvoer (kort voer) wat was dat? De granen waren toen ook heel goedkoop en vader kocht gerst voor de beesten. Hij liet dat niet malen maar kookte het gaar. Een kookketel van plm 100 L. werd aange schaft. De gerst werd 24 uur in water geweekt en dan gekookt met toevoeging van wat lijnmeel. Het vuur kostte niet veel, hout was er genoeg in de boomgaard en wat steenkool er bijt Was net gekookte gerst, maar dan met de dop er om. De koeien waren er gek op en slikten de voerbakken uit en toen het voor jaar was glansden ze en zagen er best uit. In 1894 was de grasgroei iets beter, maar de zomer was toch weer tamelijk droog. Er waren weer een paar vaarzen aangekomen zodat het veebeslag weer elf koeien was en dit was nog ge noeg in 94 Pas in 1895 was het voor het eerst een vrij gunstig jaar, ten minste, wat gras en hooi betrof, maar voor de rest was het diep treurig. Inmiddels was de financiële toestand zo nijpend geworden, dat er nog meer geld geleend werd. Een oude vriend van vader, Jan Brander (ook geboortig van Hoogkarspel) leende vader f.300,-- waarmee hij twee koeien kocht Er was nog een manier om aan meer geld te komen, 't Werd een tweede hypotheek. In N.Niedorp was toen gevestigd de "Noord- Hollandse bank" van Van der Stok, Kaan en compagnie. Het was geen grote instelling, maar omdat er toen nog geen boerenleenbanken waren, had die bank wel klanten onder de boe ren. Deze bank was genegen aan v^der een tweede hypotheek te verstrekken, maar de voorwaarden waren hard. De som bedroeg f3000-- De rente was 6 1/2% en die moest voldaan worden, jaarlijks in vier termijnen en moest vooruit worden betaald. En dan kwam er nog bij elke drie maanden een zegel van f.1,25. 't Was dus alle drie maanden precies f.50,--. Als je dan nog de rente rekende van de rente, die je altijd te vroeg betaal de, was het vrijwel 7%. 't Was eigenlijk bloedgeld en toch is deze lening de redding geweest van onze ouders, want door die lening is onze plaats behouden gebleven. Als vader had moeten verkopen in 94-95-96-97, dan was alles weggeweest, want het land, dat in 92-93 al niet veel waard was, werd steeds goedko per en menige boerderij werd noodgedwongen verkocht voor een ontstellend lage prijs. In Nieuwe Niedorp ging een kleine plaats van ruim 9 ha, die gekocht was voor f.45000,-- in de tijd na de Frans-Duitse oorlog van 1870 - 1871, voor negen duizend gulden. De eigenaar was een neef van moeder. Een grote boerderij met 33 ha land voor ongeveer f.33000,--. Ook in die tijd na '70 had die plaats gekost f.105000,--. Los land (zon der boerderij) bracht eens niet meer op dan f.700,-- per ha. En zo ging het maar door, al wat van het land kwam was even goedkoop, zowel zuivel en vlees als landbouwgewassen en met name granen Nederland was een vrij-handelsland en de graanprijzen waren door de onbeperkte invoer uit andere landen o.a. Amerika tot een dieptepunt gedaald. Onder de bouwboeren was de nood even - 12 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1996 | | pagina 13