moest van alles wezen. Zo was de toestand op 1 mei 1893, dat onze ouders nog ongeveer f.600,-- bezaten, om mee te beginnen en dat was maar goed ook, want een beginjaar kan zelden zo slecht voor een boer wezen, dan 1893 voor moeder en vader en zodoende ook voor ons Daarover later meer, eerst de verhuizing. Op de eerste mei was het, dat die reis plaats had. Vader had reeds verscheidene malen dat traject afgelegd, voor het 1 mei was. Van alles had hij reeds verhuisd, zodat hij na 1 mei niet meer had te rijden. Paard en bakwagen moest hij zich ook aanschaffen. De bakwagen kocht hij van oom Jaap en met elkaar was dat ook weer een uitgaaf van f.400,--. Oom Jaap was een prima vakman, die het wagenmakersvak in de puntjes verstond. Zijn wagen heeft het heel lang uitgehouden. Het laatste middagmaal in Hoogkarspel herinner ik mij nog heel goed. Geen koningsmaal was het. Het bestond uit in de oven ge bakken brood met stroop en boter. Er werden toen nog schootjes of regeltjes gebakken, 't Waren acht laagjes deeg (melkbrood) tegen elkaar, ter lengte van 2 decimeter, 't Was vloerbrood en werd van een plank (laagje) zo in de oven gekanteld. Wij aten dergelijke kost wel meer als toespijs, want een bakker heeft wel eens brood over en als het dan de volgende dag niet ver kocht werd, was het oudbakken brood. Dan werden die schootjes langsheen doorgesneden, boter en stroop er op gesmeerd en zo in een flauwe oven eenige minuten nog eens gebakken. Het was een heerlijk eten. Of we eerst nog wat anders kregen, die laatste dag, weet ik niet meer, maar dat gebakken brood ver geet ik niet. Wij werden gehaald door oom Kees; hij was 's morgens gekomen. Hij was boer op Terdiek gem. Nieuwe Niedorp. Oom Kees had een kapwagen en een heel best paard. Een dikke vos was het. 't Beest was een beetje kreupel, waar hij geen last van scheen te hebben. Oom Kees had hem al jaren en het was een onvermoeid dier. Hij moest veel zwaar werk doen, maar toch liep hij op die eerste mei de 27 km heen en terug. Ja, de wegen werden toen nog niet met kilometer gemeten, maar met uren gaans. Vader had het wel enige keren gelopen en had dan 5 1/2 a 6 uur werk. Met moeder in de kapwagen waren m'n zusters Ma, Aafje en Neel- tje, die toen nog geen 1 1/2 jaar was, en dan oom Kees en ik. De anderen waren er al. Ik was nog nooit in N.Niedorp geweest en vond het een prachtreis. Wij gingen om half een weg en waren ongeveer 4 uur in N.Niedorp. De vos deed het op z'n ge mak en oom Kees liet hem z'n eigen gang gaan. In het dorp aan gekomen, werden wij vlak bij de kerk verwelkomd door moeders zuster, tante Bet, die in de bakkerij woonde, vlak naast de oude herberg, "De Roode Eenhoorn", die nog bestaat. Ook de bakkerij is er nog als enig overgeblevene. Tante Bet was pas hertrouwd met de heer Arie Bakker, afkomstig uit Wieringerwaard en ook bakker van zijn vak. Tante had een zoon uit haar eerste huwelijk, Arie Kok 18 jaar en oom Bakker had een zoon Jan van 11 jaar. Deze nam mij mee in huis en de anderen gingen door naar de boerderij - 9 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 1996 | | pagina 10